TETERINGEN
Raadsvergadering d.d. 24 augustus 1976.
Agendanr. 5.
Voorstel inzake de Verstedelijkingsnota
Teteringen, 18 augustus 1976.
Aan de Raad,
In do vergadering van 30 maart 1976 heeft Uw raad besloten tot
instelling van een commissie ter bestudering van de Verstedelij-
kingsnota. De opdracht voor de commissie luidde, de voorberei
ding van een standpunt van de raad ten aanzien van het in deze
nota gestelde ter hand te nemen.
De resultaten van de gedachtenwisseling binnen deze commissie
vindt U in het onderstaande weergegeven. Wij mogen Uw raad ver
zoeken mede aan de hand hiervan tot een standpuntbepaling te komen.
Uw mening inzake deze materie zal worden medegedeeld aan:
de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening te s-Gravenhage
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant te 1s-Hertogenbosch;
Stadsgewest Breda te Breda.
I. Zoals reeds op meerdere plaatsen is geconstateerd, is het ge
vaar niet denkbeeldig, dat de Verstedelijkingsnota een eigen
leven gaat leiden of, zoals de voorzitter van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten heeft opgemerkt: "de nota als
richtsnoer van handelen wordt gebezigd ondanks het feit, dat
over de nota nog niet is beslist en gestelde vragen nog on
beantwoord zijn gebleven". Een in dit verband te constateren
"anticipatie", (men zie in dit verband b.v. de kamervragen
Van der Heem-Wageraakers/JansenMorrell en Hartmeyer over de
voorwaarden tot aanwijzing van Breda als groeistad en het
antwoord van de minister daarop Handelingen 1975-1976 nr.934),