Dit is door hem in een raadsvergadering ook naar voren gebracht. De oorzaken
hiervan zijn hem toen uitgelegd. Hij kan begrijpen, dat de controleurs het normaal
vinden, dat alles in orde is. Hij had echter wel graag gezien, dat het college
een waarderend woord had gericht aan het adres van de afdeling financiën voor
het wegwerken van de achterstand. Dit kompliment wil hij graag aan de af
deling financiën geven.
De Voorzitter zegt een en ander met genoegen aan de betreffende afdeling te
zullen overbrengen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de ingekomen stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Voorstel tot ruiling van grond met de heer P.J.J. van Leijsen, Hoeveneind 7,
Teteringen.
Zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
Nota inzake de Verstedelijkingsnota.
Raadslid Braat zegt het als een schok te hebben ervaren door de Commissie
Verstedelijkingsnota ad hoe keihard op de verregaande consequenties van de
Verstedelijkingsnota te zijn gedrukt. Hij kan zich n.l. niet aan de indruk
onttrekken, dat weinigen beseffen welke werkelijk desastreuze ontwikkelingen
ons te wachten kunnen staan. Indien de plannen, zoals zij in de Nota zijn neer
gelegd, gerealiseerd worden, zal Teteringen tussen Breda en Oosterhout letter
lijk dichtslibben. Dit zal niemand toejuichen, zeker niet tegen de achtergrond
van een sterk verslechterende infra-structuur van de regio Breda, een gebrekkig
openbaar vervoer, een overbelast winkelapparaat en forse fricties in de
rekreatieve- en sociale voorzieningen. Daarom is het goed, dat aan de raad
wordt gevraagd het door het college ingenomen standpunt in deze aan het Gewest,
het college van Gedeputeerde Staten en de Raad van Advies voor de Ruimtelijke
Ordening kenbaar te maken. Voorzover het de feitelijkheden van het voorstel
betreft, zegt hij, dat zijn fraktie zich helemaal met het door het college in
genomen standpunt kan verenigen. Het is zakelijk en "to the point". Wel vraagt
zijn fraktie zich af of het niet wenselijk is om een duidelijker accent te
leggen op de absurde inconsequenties, die uit de Nota blijken. Moet niet
krachtiger aangegeven worden, dat bij een keuze tussen het z.g. "groene hart"
in Zuid-Holland en West-Brabant enkele factoren meespelen, die de regio Breda
al bij voorbaat in een verliezende positie zouden kunnen plaatsen. De heren
Paans en de Cloe stellen dit ook in hun reaktie op de Nota. Spreker citeert in
dit verband de 2e alinea van het hoofdstuk "Landschap" van deze "reactie op
de Verstedelijkingsnota in het kader van de inspraakprocedure".