-6-
Met andere woorden: Dit wordt een politieke beslissing, waarvan mogelijkerwijze
West-Brabant de dupe wordt. Een beslissing, die, zoals uit de standpuntbepaling
van het college overduidelijk blijkt, inconsequent en zeer slecht gemotiveerd
is. Dit aspekt van de Nota mag naar de mening van zijn fraktie duidelijk meer
gechargeerd worden weergegeven. De rol, die Breda in deze hele materie speelt
is niet helemaal duidelijk. Politiek gezien schijnt de verwerping van groeistad
niet aan de orde te zijn, maar de vraag rijst wel of men dan voldoende rekening
houdt met de verstrekkende gevolgen voor de samenwerkende gemeenten in het
gewest. Wij dringen er op aan, dat door onze gemeente in de Gewestraad in ieder
geval krachtig stelling genomen wordt tegen de in de Nota neergelegde plannen.
Het derde alternatief van de regionale modelstudies Breda geeft een aardig
inzicht in de totstandkoming van een bundeling nabij een centrale groeistad van
achter een bureau. Het kommentaar op deze modelstudie luidt: "Nog problemen
op te lossen ten behoeve van de bescherming van bestaande milieu-technische en
landschappelijke waarden"
Van zijn fraktie het advies: Deze problemen behoeven niet opgelost te worden,
indien men dit onzalige plan laat varen en ophoudt de werkelijke moeilijkheden
door te schuiven naar de zuidelijke buurman.
Raadslid Joosen zegt, dat in de raadsvergadering van 13 maart 1976 is besloten
een coirmissie ad hoc Verstedelijkingsnota in te stellen. Hij zegt verwacht te
hebben over de samenstelling van deze commissie geïnformeerd te worden. Hij zegt
het overigens eens te zijn met de konklusies van de commissie. Wordt met de
vraagtekens in alinea I bedoeld, dat er wederom annexatie dreigt? Kan het motief
van de funktie van Teteringen als groene buffer niet van invloed zijn bij de
behandeling door Gedeputeerde Staten van het plan "Het Kerkeind"?
Raadslid van Overveld zegt gelukkig te zijn geweest met de instelling van een
voorbereidingsconmissie. Met name ook de deelname daarin van twee inwoners van
Teteringen, die vanuit hun deskundigheid als stedebouwkundigen duidelijk hun
inbreng hebben gehad in deze nota. Zijn fraktie deelt de mening van het college,
dat verregaande uitbreiding van Teteringen moet worden voorkomen. Daarom moeten
de drie alternatieven, die genoemd zijn in de Verstedelijkingsnota, van de hand
worden gewezen. De fraktie onderschrijft ook de door het college naar voren
gébrachte motieven, die er op neerkomen, dat gekonstateerd wordt, dat West-
Brabant al moeite genoeg heeft om zijn autonome groei op te vangen; dat een
stuk kostbaar landschap en natuur aan de woningbouw geofferd zouden moeten
worden en dat de werkgelegenheid voor de nieuwe bewoners van West-Brabant op
geen enkele wijze is gegarandeerd. Toch zegt hij nog een drietal opmerkingen
te willen plaatsen.
-7-