Is de reeds uitgesproken bezorgdheid voor een eventuele bedreiging van de zelfstandigheid en de identiteit van het dorp Teteringen terecht? De in de Verstedelijkingsnota voorgestelde snelle groei zal ongetwijfeld tot integratie problemen leiden. Voorts is inderdaad het gevaar aanwezig, dat de Nota een eigen leven gaat leiden. Dit blijkt al uit een artikel in "Geknipt voor het raadslid", nr. 12, waarin te lezen is, dat de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft gezegd, dat vooruitlopend op de definitieve regeringsbeslissing de in de Nota aangewezen groeisteden en -kernen reeds nu de voordelen van deze aanwijzing zullen ondervinden. Dit beangstigt hem. Men wordt dan wat moedeloos ten aanzien van het verweer in deze. Voorts meent hijdat de opvang van de overvolle randstad gezet kan worden naast de opvang van de woningzoekenden in Teteringen, welk probleem toch ook een zekere actualiteit heeft op dit moment. Hij doet de suggestie om met de gemeente Breda in overleg te treden over de mogelijke ontwikkeling van criteria ten behoeve van de toewijzing van de te bouwen woningen in het plan "De Haagse Beemden" zulks om te voorkomen, dat door de grote vraag naar woningen uit de Randstad, waar immers de prijzen van woningen beduidend hoger liggen, de mensen uit de dorpen rond Breda niet meer aan hun trekken zouden kunnen komen in die Haagse Beemden Raadslid Schreinemachers zegt, dat hij zijn kruit inzake de Verstedelijkingsnota in een eerder plaatsgevonden raadsvergadering voor een deel reeds verschoten heeft. Dit heeft ertoe geleid, dat de voorbereidingscommissie is geïnstalleerd. Het is duidelijk, dat hij, deel uitmakend van de voorbereidingscommissie, in grote lijnen akkoord kan gaan met het gestelde in de concept-nota. Thans zegt hij van de mogelijkheid gebruik te willen maken om nog één kritische kanttekening te plaatsen naar aanleiding van aan de Minister gestelde kamervragen inzake Breda als groeistad en de aanwijzingscriteria. De Minister heeft hierop exact geantwoord, dat er overleg zou plaatsvinden op bestuurlijk niveau enerzijds met Rijnmond, anderzijds met de gemeente Breda. Dit zijn geen vergelijkbare groot heden. Rijnmond is een gewest, Breda is een gemeente. Hij kan zich voorstellen, dat de Minister een verspreking heeft gebezigd en het Stadsgewest Breda heeft bedoeld. Hij zou graag zien, dat men hierover zekerheid krijgt. Heeft hij het Stadsgewest bedoeld, dan betekent dit, dat wellicht in dat gewest op bestuurlijk niveau deze zaak aan de orde is geweest, zodanig, dat naast Breda ook de andere leden in deze materie gekend zijn. Zo dit niet het geval is geweest, dan, zo vervolgt spreker, ben ik bang, dat het overleg in deze zeer aan de kant van de kerngemeente van het Stadsgewest zal zijn, waarvan de belangen wellicht niet stroken met de onze. Hij vraagt de voorzitter dan ook met klem een en ander in het Stadsgewest ter tafel te brengen en de Teteringse belangen zeer hard te verdedigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 45