-19-
Artikel 111 wordt gewijzigd en aangevuld en daardoor gelezen als volgt:
li Het is verboden enigerlei afval of vuilnis te deponeren, neer te werpen,
uit te storten of achter te laten op of aan de weg, dan wel in voor
publiek toegankelijke wateren, in voor publiek toegankelijke plantsoenen,
parken of bossen of op andere voor publiek toegankelijke plaatsen of
terreinen.
2. Ieder is verplicht ervoor te zorgen, dat van hem afkomstig afval of vuilnis niet
in strijd met het bepaalde in lid 1 wordt gedeponeerd of achtergelaten.
Het bestaande lid 2 wordt genummerd 3.
Het bestaande lid 3 wordt genummerd 4.
Het bestaande lid 4 wordt genummerd 5.
In het nieuw genummerde lid 4 wordt de aanhef gelezen:
Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet met betrekking tot:
a. ongewijzigd;
b. ongewijzigd;
onder c, wordt na: Wet lÈrontreiniging oppervlaktewateren, ingelast:
de Verordening bestrijding verontreiniging oppervlaktewateren Noord-Brabant.
Zowel in artikel 92 als in artikel 111 is in verband met vrij recente
jurisprudentie "niet openbaar" resp. "openbaar" vervangen door "niet voor
publiek toegankelijk" resp. "voor publiek toegankelijk".
Artikel 121 (nieuwe redactie)
Houden van hinderlijke of schadelijke dieren.
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij openbare kennisgeving c£ bij
persoonlijke aanschrijving gedeelten van de gemeente of bepaalde plaatsen aan te
wijzen waar het eer opheffing of voorkoming van overlast of van schade aan
openbare gezondheid niet geoorloofd is in die kennisgeving of aanschrijving
aangeduide dieren:
a. aanwezig te hebben;
b. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door burgemeester en
wethouders te stellen regels, ter opheffing of voorkoming van de hiervóór
bedoelde overlast of schade;
c. aanwezig te hebben tot een groter aantal dan in bedoelde kennisgeving of
aanschrijving mede is aangegeven. Deze openbare kennisgeving kan in af
wijking in zoverre van het bepaalde in de aanhef van dit artikel ook be
trekking hebben op het gehele grondgebied van de gemeente.
2. Het is verboden dieren aanwezig te hebben in strijd met hetgeen bij of
krachtens lid 1 bepaald is.
-20-