Ingekomen stukken
I. van Gedeputeerde Staten:
a. goedkeuring van de 56e wijziging van de begroting 1975 van de algemene
dienst;
b. goedkeuring van de 12e, 13e, 14e en 16e wijziging van de begroting 1976
van de algemene dienst;
c. goedkeuring van het besluit van de raad van 25 mei 1976 tot het verkopen
van grond;
d. goedkeuring van het besluit van de raad van 22 juni 1976 tot net aangaan
van vaste geldleningen;
e. verdaging mat twee maanden van de beslissing omtrent het besluit van de
raad van 27 april 1976 tot instelling van een weekmarkt;
f. onthouding van goedkeuring aan de besluiten van de raad van 24 februari
1976 tot 59e en 61e wijziging van de begroting 1972;
II. diversen:
a. brief d.d. 14 augustus 1976 van mevrouw E.H.C. van Westhreenen-Herlaar,
Herikaard 13, houdende mededeling met betrekking tot de beëindiging van
haar raadslidmaatschap;
b. rapporten van het Verificatiebureau inzake de controle van de diverse
kassen, van de adininistratie van het woningbedrijf en het grondbedrijf en
van de algemene dienst over het le en 2e kwartaal 1976;
c. overzicht van aangerichte vernielingen en herstelkosten in de gemeente
in het le en 2e kwartaal 1976;
d. jaarverslag van de cursus 1975/1976 van de openbare lagere school
"De Springplank";
e. brief van de Stichting .Aktie Dorp van Vrede inzake een landelijke aktie
ten bate van één van haar projekten;
f. "Geknipt voor het raadslid", nrs. 11, 12 en 13.
0
Raadslid van Overveld vraagt naar de gronden, waarop Gedeputeerde Staten het
besluit van de raad van 27 april 1976 tot instelling van een weekmarkt met twee
maanden hebben verdaagd.
Wethouder Gerits antwoordt hierop, dat in verband met ingediende bezwaren door
de gemeente Oosterhout de beslissing is aangehouden. Onzerzijds is hierop een
brief naar het college van Gedeputeerde Staten gezonden. Het gemeentebestuur
verwacht thans op korte termijn een beslissing van Gedeputeerde Staten.
Raadslid Joosen zegt uit de destijds ingediende rapporten van het Verificatie
bureau inzake het 3e en 4e kwartaal 1975 gekonstateerd te hebben, dat de daarin
opgenomen bevindingen niet gunstig bleken voor de gemeenteEr was een grote
achterstand