-8-
VERSLAG
van het vragenhalfuur na de vergadering van de
gemeenteraad op 21 september 1976.
De heer Akkermans vraagt of er ook snelheidskontroles plaatsvinden op het
Hoeveneind.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat ook op het Hoeveneind regelmatig snelheids
kontroles worden uitgeoefend. Het blijft echter een verantwoordelijkheid va
de weggebruiker cm zich aan de maximum toegestane snelheid te houden.
De heer Akkermans zegt, dat de automobilist, rijdende op het Hoeveneind,
in de meeste gevallen nauwelijks rekening houdt met de andere weggebruikers.
Hij vraagt of er een mogelijkheid is cm de automobilist te dwingen zijn
snelheid te verlagen.
Burgemeester Aarts antwoordt hierop, dat het niet afdoende is kontroles
uit te oefenen of bepaalde maatregelen te treffen, wanneer de automobilist
zijn verantwoordelijkheid niet inziet.
De heer Knippels vraagt of het reeds bekend is of de uitspraak van de
Minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de aanwijzing van Breda
tot "groeistad"welke door raadslid Schreinemachers in de vorige raads
vergadering is aangehaald, inderdaad een verspreking is geweest.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat dit nog niet bekend is. Hij zegt hier
graag aan toe te voegen, dat de door de Teteringse raad ingenomen standpunt
bepaling, die is ingebracht in de door het Ministerie van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening georganiseerde hoorzitting, bijzonder goed verstaan is
door de forumleden. Ook in de vraagstellingen aan het Stadsgewest Breda is
op de Teteringse stellingname ingehaakt.
De heer Gelens vraagt of er inzake de Wet A.R.O.B. reeds een adviescommissie
is ingesteld.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat het college thans in studie heeft op welke
wijze de bezwaarschriftenprocedure als bedoeld in de Wet A.R.O.B. binnen de
gemeente gestalte zou moeten worden gegeven. Waarschijnlijk zal er wel een
commissie worden ingesteld.