-10-
We moeten voorkcroen, aldus spreker, dat er zeer sterk een nivellering
zal worden toegepast.
De Voorzitter zegt, dat het doel van de invoering van de onroerend-goed-
belastingen inderdaad een opschoning is van de oude in de gemeente geheven
belastingen. Een duidelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied
wat mede inhoudt, dat de verantwoording van de besteding van deze middelen
bij de raad berust. Uiteraard moet Uw raad voorzichtig zijn voor verborgen
verleiders cm te voorkomen, dat de uitgaven moeten worden aangepast aan de
inkomsten, indien dat niet strikt noodzakelijk is. Hij zegt te weten,
dat de raad competent genoeg is om een en ander voldoende in de gaten te
houden. Door verschuiving van 's .rijks opbrengsten ten gunste van de gemeend
blijft de belastingdruk voor de inwoner gelijk. Het is wel zo, dat met name
voor wat betreft de personele belasting enige verschuiving kan optreden ten
nadele van die personen die belangrijke kinderaftrek genieten.
Het systeem, zoals dat in de Wet is vastgelegd, biedt niet de mogelijkheid
cm kinderaftrek in te voeren. Een waardebepaling is een moeilijke zaak,
het is een zaak van vakkennis. Met een aantal relatief objectieve gegevens,
zoals b.v. ligging, grootte, aard van het bedrijf, bijgebouwen en
bestanming, komt de taxateur tot een waardebepaling. Overigens meent hij te
mogen stellen, dat de hoogte of de laagte van de taxatie in wezen niet zo
belangrijk is als de verhouding, waarin het ene pand wordt geschat ten op
zichte van het andere. De verhouding is bepalend voor de belastingdruk,
die het individu zal ervaren. Het is erg belangrijk, dat de taxatie in één
hand wordt gegeven, waardoor een waarborg wordt geschapen voor de juiste
verhoudingen ten opzichte van elkaar. De taxaties dienen niet te hoog te
worden gesteld cm te voorkanen, dat er strijdpunten over de hoogte van de
taxaties gaan ontstaan. Er is overigens een mogelijkheid cm tegen de hoogte
van de taxatie in beroep te gaan. Ook het college stelt prijs op een
ervaren taxateur; iemand die enerzijds de gemeente kent en is ingevoerd in
het agrarisch bedrijf en anderzijds ook zicht heeft op de partikuliere
woningbouw. De verordening dient een tarief te bevatten. Daarom moest een
theoretisch tarief worden vastgesteld. De raad dient het feitelijk tarief
voor 1978 nog te bepalen en vast te stellen, op het mement waarop de
taxaties een feit zullen zijn geworden.
De eerste verordening tot invoering van onroerend-goedbelastingen is gaan
werken in de gemeente Haarlem in 1974. Hij ireent, dat een gemeente als
Teteringen niet voorop dient te lopen bij de vaststelling van een zo
ingewikkelde en studievergende materie. De verordening, die hier gepresen
teerd wordt, is het resultaat van de model-verordening, zoals die door
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is opgesteld. Deze model-verordening
bevat een aantal ervaringen in deze van andere gemeenten. Van deze
-11-