-12-
Raadslid Braat zegt de waarde in het economisch verkeer geen begrijpelijke
zaak te vinden, omdat het maar niet is "wat de gek er voor geeft".
Dat is in het economische verkeer ingebakken. Voorts zegt hij geen konkreet
antwoord te hebben gekregen op zijn vraag of inspraak mogelijk is bij de
benoeming van en de opdracht aan de taxateur. Tenslotte vraagt hij met
welke frequentie de taxaties in de toekomst worden herhaald.
De Voorzitter antwoordt, dat. dit cm de 5 jaar zal geschieden.
Raadslid Braat vraagt of het juist is, dat de werkelijke behoefte van de
gemeente aan financieringsmiddelen aan de basis staat van deze belasting
verordening. Wanneer het college in eerste instantie en de raad in tweede
instantie een en ander in de hand weet te houden, dan zal de raad in staat
zijn vrij redelijk de vinger aan de pols te houden.
Raadslid Joosen vraagt of ook met de taxaties van financieringsmaatschappijen,
die vaak een stuk hoger liggen, rekening wordt gehouden.
Raadslid van Overveld zegt als raad graag inzage te hebben in de besprekingen
met de taxateurs. Bij de invoering van de onroerend-goodbelastingen zullen
de door het rijk geheven opcenten aan de gemeente toekomen. Staat hier dan
tegenover een geringere uitkering uit het rijksfonds?
De Voorzitter antwoordt, dat het juist cm een verruiming van het gemeente
lijk belastinggebied gaat.
Raadslid Schreinamachers meent, dat de stelling:"Het is maar wat een gek
er voor geeft" geen rol zal spelen, wanneer een pand in bewoonde staat
wordt verkocht. Dat is namelijk veel onaantrekkelijker. Hij zegt het een
onvoorstelbaar moeilijk probleem te vinden, omdat naar zijn mening ver
koopprijzen van panden wel degelijk worden beïnvloed door de schaarste op de
woningmarkt.
De Voorzitter zegt, dat de waarde niet zo maar wordt bepaald door de ver
koopwaarde. Ook de vervangingswaarde is een element. Een duidelijke maat
staf vormt bijv. het gemeentelijk woningbezit. Deze eigendermen zijn niet
in de handel. Toch zal aan deze woningen een waarde moeten worden toegekend.
Hij zegt in eerste termijn bewust enige elementen te hebben genoemd, die
naar de mening van het college meegewogen dienen te worden bij de aanwijzing
van een taxateur. Hij nodigt de raad graag uit deze kriteria eventueel aan
te vullen.
Raadslid Braat zegt zich te kunnen voorstellen, dat b.v. een lijst van
aanbevelingen van een aantal taxateurs mede door de raad wordt beoordeeld
en dat op basis daarvan een taxateur wordt aangesteld.
Raadslid van Overveld vraagt of het mogelijk is, dat de raad bij hot
voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de
taxatiekosten een notitie gevoegd krijgt, waarin wat algemene lijnen
en visies ten aanzien van de taxaties zijn neergelegd.
-13-