-1J-
De Voorzitter zegt het een bijzonder moeilijke zaak te vinden om een
lijst van belangstellende taxateurs met daarbij ter beoordeling de voor
waarden, waaronder de taxaties moeten worden verricht, alsmede de kostprijs
in een openbare vergadering ter besluitvorming te brengen. Hij zegt, dat
de raad van het college mag verwachten, dat het verstandig genoeg is cm
een goede keuze te doen. Tenslotte zegt hij, dat de taxateur net de door
hem genoemde kriteria op pad zal worden gestuurd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders, met dien verstande, dat het tarief
voor gebruikers nader wordt bepaald op 3,en voor zakelijk-gerechtig-
den op 3,75.
9. Mededelingen van burgemeester en wethouders.
Zonder diskussie wordt besloten de modedelingen van burgemeester en
wethouders inzake de subsidieregeling instrumentaal onderwijs voor kennis
geving aan te nemen.
10. Rondvraag.
Raadslid Braat zegt, dat de heer van Overveld inzake agendapunt 6 heeft
gezegd, dat het tekort van de rekening 1972 ten laste wordt gebracht van
de saldi-reserve. Hij neent echter, dat slechts een bepaald gedeelte van
de saldi-reserve aangesproken mag worden.
De Voorzitter antwoordt, dat 1/30 deel van de saldi-reserve als dekkings
middel in de begroting mag worden opgenomen. Bij de vaststelling van de
rekening wordt een batig saldo aan de saldi-reserve toegevoegd en een
nadelig saldo ten laste van de saldi-reserve gebracht.
Raadslid Joosen zegt, dat de aansluitingen van de brandputten regelmatig
worden gecontroleerd door de leden van de Vrijwillige Brandweer. Eventuele
mankementen worden doorgegeven aan het geneentebestuur. Enkele van deze
voorgegeven mankementen zijn nog niet hersteld. Hij vraagt hoe het
mogelijk is, dat hiervan geen enkele notitie wordt genomen.
Voorts zegt hij, dat hem klachten van het geireentepersoneel in de buiten
dienst ter ore zijn gekcmen inzake het bedrag van het kledinggeld. Een
aanpassing van dit bedrag heeft in de afgelopen 12 jaar niet plaatsge
vonden
De Voorzitter zegt, dat het onderhoud van de brandputten berust bij de
Waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant. Hij zegt niet op de hoogte
te zijn van het feit, dat enkele klachten niet tot resultaat hebben geleid.
Hij zegt toe een en ander net de brandweercommandant te zullen bespreken
en waar nodig is maatregelen te nemen.
-14-