-18-
Burgemeester Aarts zegt, dat de totale opbrengst een bepaald bedrag moet
zijn. Dit bereik je door tarief en taxatie. Bij een hoge taxatie kan het
tarief laag zijn en andersom. Het betreft hier echter nog een theoretisch
tarief. De invoering van onroerend-goedbelastingen heeft tot doel een ver
ruiming van het goneentelijk belastinggebied.
De heer Knippels kcmplimenteert het ooilege met de duidelijkheid van het
voorstel. Er ligt een duidelijke correlatie tussen de opbrengst van de
belastingen, die vervallen, de totale economische waarde van de onroerende
goederen in de gemeente en de deelfactor van 3.000,Er zal zeker een
budgettaire ruimte ontstaan. Hij vraagt zich af welk cijfertje ingevuld zal
worden. Wordt 6,75 veranderd in 8,75 en wordt 287.273,veranderd
in b.v. 600.000,of blijft voor de toekomst de oorrelatie bestaan met de-"
vervallen belastingen? Zit er een trendmatige verhoging in in verband met de
welvaartsvastheid?
Burgemeester Aarts zegt, dat de budgettaire ruimte ook bestaat zonder dat
onroerend-goedbelastingen zijn ingevoerd. Er zijn ook thans maximale
percentages in de te aanvaarden belastingen binnen de gemeente. Wordt dit
maximum bereikt en blijken de uitgaven hoger te zijn, dan zit man in de
artikel 12 situatie.
Het is een zaak van beraad om jaarlijks vast te stellen welk deel van de
budgettaire ruimte gebruikt zal gaan worden. Door verhoging van het tarief
van de onroerend-goedbelastingen kan inderdaad over extra dekkingsmiddelen
worden beschikt. Het systeem van de taxaties houdt in het algemeen het volgen
van inflatie, de waardevermindering van het geld of de waardevermeerdering
van het onroerend goed in. Het extra surplus van de budgettaire ruimte is een zaak
waar de raad van geval tot geval toe besluit.
De correlatie met de vervallen belastingen verdwijnt op het irorent, waarop de
raad daartoe besluit.
De heer Mulders zegt geen problemen te zien met betrekking tot de taxaties.
Het is bekend, dat er bureaus zijn, die proeftaxaties verrichten, waarvan de
resultaten dan in overleg met de opdrachtgever worden bezien. In de praktijk
blijkt het moeilijk te zijn de grenzen van agrarische- en bedrijfserven aan
te geven. Bij zijn weten wordt dan heel vaak het systeem gehanteerd van 2
maal de bebouwde oppervlakte. Wellicht is dit systeem in het overleg met de
taxateur naar voren te brengen.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat de door de heer Mulders genoemde vuistregel
in het ene geval ten voordele en in het andere geval ten nadele kan werken.
Hij meent, dat artikel 1 voldoende ruimte geeft cm tot een redelijke taxatie
te kernen. Ook de mogelijkheid tot het instellen van een beroep kan corrigerend
werken.
-19-