GEMEEMTE
TETERINGEN
■20-
Raadsvergadering 30 november 1976.
Agendanr4
Beëdiging van het raadslid de heer F.A.C.M. van Beek.
Teteringen, 17 novariber 1976.
Aan de Raad,
Op 26 oktober j.l. is door Uw Raad besloten tot toelating van de heer
F.A.C.M. van Beek als lid van de raad ter opvolging van het raadslid
mevrouw E.H.C. van Westhreenen-Herlaar, die als zodanig ontslag heeft
genomen.
In artikel 45 van de gemeentewet is voorgeschreven, dat het raadslid
bij het aanvaarden van zijn betrekking in handen van de Voorzitter
een zuiverings- en ambtseed (c.q. -belofte) moet afleggen.
De tekst van de eed (verklaring en belofte) van zuivering luidt als
volgt:
"Ik zweer (verklaar)dat ik, cm tot lid van den Raad te worden benoenrl,
"directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of voor
wendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer
(verklaar)dat ik cm iets hoegenaamd in die betrekking te doen of te
"laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen
"zal, directelijk of indirectelijk, zoo waarlijk helpe mij God almachtig!
(Dat verklaar en beloof ik)
Van de ambtseed (belofte)die aansluitend wordt uitgesproken, luidt
de tekst als volgt:
"Ik zweer (beloof) trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks,
"en dat ik de belangen der gemeente Teteringen met al mijn vermogen
"zal voorstaan en bevorderen". Zoo waarlijk helpe mij God almachtig!
"(Dat beloof ik!)".
De aflegging van de voorgeschreven eden (beloften) is voorwaarde voor
de uitoefening van het ambt. De heer van Beek zal tot het afleggen
er van worden uitgenodigd.
Burgemeester en wethouders van
Teteringen,
Aarts
burgemeester.
Mertens
secretaris.
-21-