-4-
3. Ingekomen stukken.
I. van Gedeputeerde Staten:
a. goedkeuring van de 15e wijzigincr van de gemeentebegroting 1976;
b. goedkeuring van het raadsbesluit van 25 mei 1976 tot overdracht van
zuiveringstechnische werken aan het Waterschap West-Brabant;
c. goedkeuring van de raadsbesluiten van 26 oktober 1976 tot verkoop
van grond;
d. goedkeuring van het besluit van burgemeester en wethouders van
29 oktober 1976 tot het aangaan van een geldlening;
e. besluit van 27 oktober 1976 tot verdaging van de beslissing cmtrent
het besluit tot vaststelling van het bestanmingsplan "Het Kerkeind"
met ten hoogste zes maanden.
Raadslid Schreinemachers zegt gaarne iets te willen opmerken ten aanzien van
het besluit van Gedeputeerde Staten, vermeld sub e. Hij refereert hierbij
aan een "open brief" in "Allerlei" van de vorige week, waarin wat Sinterklaas-
nonsens werden gedébiteerd, vergezeld van enige insinuaties. Hij zegt zulks
geen grap te vinden. Hoe men ook denkt over "het Kerkeind", spreker vindt
niet, dat men er grappen over kan maken. Er komt nog altijd een reeks van
namen voor op de lijst van woningzoekenden. Door het stagneren van dit bestem
mingsplan zijn zij de dupe geworden. Daarom is een dergelijke grap beneden
peil. Populair gezegd: het stukje staat ook nog vol met stoten onder de gordel.
Spreker vraagt zich af, hoe het trouwens anders zou kunnen, waar de schrijver
zich steeds presenteert als "lid studiegroep". Aan de hand van deze misstap
wil spreker nog iets zeggen over de hele problematiek rond "het Kerkeind".
Wat gaat er nu gebeuren als Gedeputeerde Staten het plan eens zouden gaan
r goedkeuren? Er ligt inderdaad het dreigement, dat men in die situatie zal
doorgaan tot de Kroon. Spreker vraagt zich af of er in die gehele Groenstraat
nu niet iemand is, die bereid is de gehele zaak nog eens te overzien, in de
wetenschap, welke problemen een verdere stagnatie voor een aantal inwoners
oproept. Of speelt er misschien dan toch iets ongrijpbaars op de achtergrond,
getuige de slaafsheid, waarmee men zich in vele bezwaarschriften achter de
bezwaren van de studiegroep Groenstraat plaatst. Het is een vervelende zaak,
dat men tegen een zo gesloten front botst, waar men nooit gehoor vindt voor
argumentaties. Spreker zegt deze kwestie zo belangrijk te vinden, dat hij een
oproep tot de bewoners van de Groenstraat wil richten om eens goed te over
denken, welke verantwoordelijkheid men zich op de schouders laadt en dit met Kerst
mis voor de deur.
De Voorzitter zegt, dat hij hieraan weinig behoeft toe te voegen. Ook hem
heeft het stukje in "Allerlei" teleurgesteld. Het lijkt op het eerste gezicht
geestig, maar aan de problematiek, die er achter schuilt, wordt wat te gemak
kelijk voorbijgegaan.