-10- Raadslid Braat zegt hierop, dat hij voornemens is in tweede termijn uitgebreid op de kwestie te zullen terugkomen. Raadslid Joosen zegt, dat het oorspronkelijk niet in zijn bedoeling lag het woord te voeren over het aan de orde zijnde voorstel en wel op grond van het navolgende: a. de in de Woonwagenwet opgelegde vernlichtinqeen plaats voor een woonwagencentrum te bepalen; b. de vaste overtuiging, dat het overleg van het college met ter zake deskundigen en instanties uitputtend is geweest, wel overwogen en doordacht; c. dat blijkens verslagen in de pers, de aanwijzing van een centrum voor elke gemeente een zo heet hangijzer blijkt te zijn, dat hij het het college niet nog moeilijker wenste te maken. Hij is op zijn voor nemen teruggekomen in de overtuiging, dat bij de door het college gevolgde procedure voorbij is gegaan aan het begrip: inspraak met en door de belang hebbenden. Dat zijn de woonwagenbewoners, maar ook de buurtbewoners. Een van de doelstellingen van de centrale overheid met betrekking tot de decentralisatie is om te komen tot een zo goed mogelijke integratie. De eerste stap daartoe dient door de lokale overheid te worden gezet. Door nu over te gaan tot vast stelling van het ontwerpbesluit, zal een en ander wat hard aankanen voor betrokkenen en zou daarmee de indruk gewekt worden, dat er door de raad gehandeld is in de geest van: "we konden niet anders". Een subtielere benadering bijv. in de vorm van een gezamenlijke bespreking tussen alle betrokkenen kan speciaal de bewoners van het toekomstige centrum het gevoel geven, dat het de lokale overheid ernst is met het streven de integratie met de lokale bevolking te bevorderen. Het toelichten van een te nemen besluit in een gezamenlijke bespreking met alle betrokkenen kan wellicht heel wat ongenoegen wegnemen en in de toekomst voorkomen. Op grond van het vorenstaande vraagt spreker een stemverklaring voor een uitstel van vier weken alvorens een besluit te nemen. I De voorzitter vraagt of raadslid Joosen stemming wil. Raadslid Joosen zegt stemming over zijn voorstel tot uitstel van de besluit vorming met vier weken te willen. De voorzitter merkt op, dat krachtens het reglement van orde dit voorstel ondersteund dient te worden door minstens twee raadsleden. Raadslid Braat zegt, dat mevrouw Bremer-Bosch en hijzelf het voorstel Joosen ondersteunen De voorzitter zegt eerst de eerste termijn van behandeling te willen af ronden en geeft het woord aan de heer van Overveld. Raadslid van Overveld zegt, dat zijn fraktie het voorstel uitvoerig heeft besproken en daarbij tot een aantal conclusies is gekcmen. Wij worden, zo vervolgt hij, hier geconfronteerd met een maatregel van de rijksoverheid, die van bovenaf wordt opgelegd, namelijk dat elke ganeente gehouden is om een woonwagencentrum te moeten inrichten. Dat is al een oude maatregel en ook in de periode, dat wij gezamenlijk in een gemeenschappelijke regeling het woon wagencentrum "Driekoningenoord" hadden, gold eigenlijk in principe hetzelfde. -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 54