-13- -14- dat in de massale woonwagencentra werd gevoerd, zal naar zijn mening aan die eigenheid wel afbreuk hebben gedaan, als men de eigenheid tenminste als iets meer wil zien dan het wonen in een woonwagen. Het is de grote vraag of op de aangegeven locatie die integratie op de lange duur tot stand zou kunnen kcmen. Daar ligt voor spreker zijn grootste probleem. Door de afstand tot de dprpskern, door de locatie tegen een bungalowpark aan, met alle goede wil, die hier en daar toch wel aanwezig zal zijn, zal integratie geen gemak kelijke zaak zijn. Met raadslid van Overveld is hij van mening, dat, als er gekozen wordt voor deze locatie, de integratie uitdrukkelijk begeleid dient te worden. Spreker heeft in de commissievergadering betoogd, dat hij met deze locatie niet gelukkig was. Andere locaties zijn wellicht nog ongelukkiger en leiden ook niet tot een redelijk zicht op integratiemogelijkheden. Dat betekent dan, dat hij, ofschoon niet akkoord met de voorgestelde locatie, met het voorstel van het college kan meegaan, zulks bij gebrek aan alterna tieven. Spreker verbindt hieraan enige beperkende voorwaarden. Bij de wijzi ging van het bestemmincrsplan zullen duidelijke richtlijnen gegeven moeten worden met name ten aanzien van grondgebruik, eventueel opslag van goederen, en andere zaken, een mogelijke overlast voor de buurt betreffende. Tot de ongeruste buurtbewoners zou hij willen zeggen: de kans, cm uw mening te laten horen, is veilig gesteld in de procedure tot wijziging van het bestem mingsplan. Hij zegt te weten, dat de buurtbewoners allerminst discriminerend willen optreden. Men zit echter met een aantal dilemma's. Men kent elkaar niet en dat is voor de buurtbewoners een probleem. Hij hoopt, dat ze open zullen blijven staan voor argumenten, zoals die bijv. door de lijst Dorps gemeenschap naar voren zijn gebracht en dat ze niet zullen afglijden in handtekeningenacties e.d.waardoor dat kleine centrum van 4 wagens zoveel aandacht zou krijgen, dat daardoor de kans op integratie voorgoed verkeken zou zijn. Gezien het vorenstaande is het duidelijk, dat hij met het voorstel Joosen inzake uitstel van de besluitvorming, niet mee kan gaan. Een maand uitstel zal niets opleveren en zal voor hen, die staan te popelen cm eindelijk naar Teteringen te komen, alleen maar leiden tot nog meer uitstel. De voorzitter stelt vervolgens de tweede termijn van behandeling aan de orde. Hij vraagt of raadslid Joosen zijn voorstel om de besluitvorming met vier weken te verdagen, wenst te handhaven. Raadslid Joosen antwoordt bevestigend. Hij geeft er echter de voorkeur aan, dat eerst de behandeling in tweede termijn wordt afgerond. Raadslid Braat zegt, dat er bij hem nog enige onduidelijkheden zijn overge bleven. Hij wil er geen misverstand over laten bestaan, dat zijn fraktie uiteraard voorstander is van het recht van de woonwagenbewoner op een volledige integratie in Teteringen. Dit is niet in het geding. Dat kan uit zijn vraag stelling in eerste termijn ook niet zijn gebleken. De andere kant van de medaille is natuurlijk wel deze, dat we, de belangen van de diverse partijen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 57