-22-
Wij vragen ons af of het niet mogelijk is om, ondanks het feit dat
momenteel geen subsidiemogelijkheden aanwezig zijn, uit eigen middelen
part-time maatschappelijk werk voor het jaar 1977 te realiseren. Wij
denken daarbij steun te vinden in vergelijkbare situaties in de omge
ving, zoals in Nieuw-Ginnekenwaar één maatschappelijk werker full-time
werkt,in Terheijden, waar er ook één werkt en in Prinsenbeek, waar er
zelfs twee zijn. Wij denken daaruit een aanwijzing te kunnen putten ten
aanzien van de gewenstheid en de noodzakelijkheid, ook in Teteringen.
Wij zien niet in, dat onze gemeente in dit opzicht probleemloos zou zijn.
Voor alle duidelijkheid zou ik wel willen zeggen, dat in het maatschap
pelijk werk in de door mij genoemde gemeenten wel gesubsidieerd wordt.
Dat er behoefte is zeggen ook andere instanties in deze sector, die in
Teteringen werkzaam zijn.
In dit begrotingsjaar zouden we dan ook echt tot een functionaris op
het terrein van het maatschappelijk werk moeten komen.
Het gestelde ten aanzien van de Jongeren Adviesraad wordt door onze
fractie onderschreven. Met name de uitbouw naar een Stichting voor
samenlevingsopbouw, het weer opnieuw beginnen met het onderzoek jeugd-
accommodaties en de bestemming van het gebouw Openbare Werken voor
jeugdwerk hebben onze instemming.
Dit laatste is temeer noodzakelijk als we weten, dat de Blokhut aan
een tiental groeperingen gedurende ongeveer 30 uren per week huisvesting
biedt en daardoor dan ook eivol zit.
Ook het pleidooi van de J.A.R. voor continuering van de aanstelling van
de beroepskracht ondersteunen wij van harte.
Inmiddels is bij de J.A.R. vorige week telefonisch goedkeuring binnen
gekomen voor verlenging van Rijkswege van de subsidie v.d. beroeps
kracht met een half jaar tot 15 oktober 1977.
Ondanks het feit dat wij ons ervan bewust zijn, dat overname door de
gemeente daarna een flinke aanslag op het budget betekent wil onze
fractie toch graag het college in overweging geven vanaf 15 oktober -
als andere mogelijkheden zijn uitgeput - tot subsidiëring van de beroeps
kracht jeugdwerk op half-time-basis over te gaan, naast de half-time
maatschappelijk werkfunctionaris die dan hopenlijk reeds functioneert.
Voorstellen van het college in deze richting zullen wij met vreugde