-28-
betreft UW opmerking over het open bejaardenwerk kan ik mij aansluiten
bij de zorg, die U hiervoor hebt.
Ten aanzien van het functioneren van de beroepskracht ben ik het geheel
met de heer van Overveld eens: we moeten inderdaad proberen, voor hem
zover mogelijk een vaste positie te verwerven. Afgezien van een aantal
omissies, die dit jaar hebben plaatsgevonden, moet ik van het gemeen
schapshuis "'t Web" wel zeggen, dat het duidelijker in de gemeen
schap geplaatst wordt, dat het veel meer functies krijgt, waarbij ik
bijv. denk aan de zondagse koffieconcerten. Ik vind dit een zeer posi
tieve ontwikkeling en ik hoop, dat men op dat terrein wat meer mogelijk
heden zal krijgen en dat men op de ingeslagen weg zal voortgaan.
Dit was hetgene, wat ik in grote lijnen naar aanleiding van Uw nota
wilde zeggen.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na heropening van de vergadering beantwoordt de voorzitter de sprekers
als volgt:
Uiteraard zijn we U dankbaar voor de vele woorden van lof aan het
college gericht. Wat het college doet, wordt mogelijk gemaakt door de
medewerking van Uw raad en dankzij de inzet van de ambtenaren. Ten
aanzien van de verhouding burger-bestuur merkt spreker op, dat openbaar
heid van commissievergaderingen door het college bewust is aangepraat
ter overweging. Discussie over dit punt moet wel in het openbaar
worden gehouden. De suggestie van de heer van Overveld: bespreek dit
eerst eens in de commissie en kcm daarna met een voorstel in de Raad,
is een waardevolle suggestie. In hetzelfde kader is er ook gesproken
over de informatieverstrekking. De uitbreiding hiervan verloopt heel
redelijk. Er zal naar gestreefd worden in "Allerlei" een kort samen
vattend overzicht van de begroting te geven.
Inzake de voorlichtingsbijeenkomsten is in het verleden deze praktijk
gevolgd: bij voorlichtingsbijeenkomsten van algemene aard is steeds
de raad uitgenodigd; bij specifieke onderwerpen zijn slechts de direct
betrokkenen uitgenodigd. In het vervolg zal ook van deze laatste
categorie bijeenkomsten aan de raad worden kennisgegeven. Uiteraard
zijn de raadsleden daarbij welkom. Ten aanzien van de wet Arob hoopt