-kl-
Dan kan men nu stellen, dat de oude stichtingen een stuk verleden
meebrengen, wat erg kostbaar is.
Nu krijgen de oude stichtingen, die twee tot vijf jaar bestaan, een stuk
vernieuwing, dat tien jaar lang ook door hen, die nog maar pas aangesloten
zijn, gedragen moet worden.
Spreker vraagt zich af, of dit nu een reëel uitgangspunt is.
Hij ziet daarnaast nog problemen in de over-aanwezigheid van vertegenwoor
digers van de stichtingen en het niet wezenlijk vertegenwoordigd zijn van de
"witte vlekken" in de Raad van Beheer, waardoor naar zijn mening toch wel wat
gemakkelijk beslissingen over die "witte vlekken" worden genomen.
In zijn beantwoording zegt de voorzitter ten aanzien van jumelage, dat er
contact zal worden opgenomen met de Raad voor Europese Gemeenten.
Aan dat orgaan zal onze vraagstelling over de jumelage worden voorgelegd,
met verzoek om suggesties ten aanzien van gemeenten, die in aanmerking genomen
zouden kunnen worden.
Met betrekking tot de formatie van het burgercomité zal het college zijn voel
horens eens uitsteken.
Te zijner tijd zal hierop worden teruggekomen.
De heer Joosen heeft in feite al antwoord gehad van de heer Maes.
Men moet wel bedenken, dat het gemeentebestuur maar moeilijk vragen kan be
antwoorden, die op het terrein van het gemeenschapshuis liggen. Begin
februari heeft het college een gesprek met het stichtingsbestuur. De in deze
vergadering gestelde vragen zullen aan dat bestuur worden voorgelegd. Aan de
raad zal een kort verslag ter kennisname worden aangeboden.
De criteria inzake de uitgifte van bouwgrond in Gouwen-Oost zullen inderdaad
snel moeten worden vastgesteld. Wat betreft de Centrale Antenne Inrichting:
de verhouding oud: nieuw in de Raad van Beheer is ongeveer 70/75 30/25.
Het mitigeert de probleemstelling, zoals de heer Schreinemachers die naar
voren heeft gebracht.
Spreker zegt er van overtuigd te zijn, dat het realiseren van de aansluitingen,
zoals dat in het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden, mogelijk is geweest,
doordat die Raad van Beheer is ontstaan.
In de Raad van Beheer hebben ook een aantal zeer deskundige mensen zitting,
wier adviezen van groot belang zijn.
Wanneer gezegd wordt, dat de verhouding in de Raad van Beheer scheef is, dan
moet allereerst opgemerkt worden, dat daartoe is besloten. In de Raad van
Beheer voelen de Stichtingen zich wel eens te zeer de opponent van de gemeente.
Het is echter veeleer een gezamelijk beheer in plaats van een tegenstelling
tussen de stichtingen enerzijds en de gemeente anderzijds.
De Stichtingen moeten veel meer beseffen, dat er in de Raad van Beheer een
gezamelijte verantwoordelijkheid ligt voor het verwezenlijken van een zo goed
mogelijk antennesignaal.
