-52-
inzake het vaststellen van een krediet in rekening-courant voor 1977 bij
de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage respectievelijk
bij de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. te Teteringen.
e. brief d.d. 19 januari 1977 inzake de bezoldiging van wethouders per 1 decem
ber 1976.
f. goedkeuring van het besluit van de Raad van 21 december 1976 tot het aangaan
van vaste geldleningen.
g. goedkeuring van het besluit van de Raad van 21 december 1976 tot het afsluiten
van kasgeldleningen in 1977.
III. Diversen
a. brief d.d. 14 januari 1977 van de Raad van State, afdeling voor de geschillen
van bestuur, houdende mededeling van toezending aan de Minister van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Ordening van zijn advies inzake het bestemmingsplan
"De Gouwen Oost".
b. "Geknipt voor het raadslid", nrs. 1 en 2;
De ingekcmen stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
4. Voorstel tot vaststelling van de "Verordening geldelijke voorzieningen raads-
en commissieleden"
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
5. Voorstel tot vaststelling van rechtstoestandsregelingen voor het gemsenteperso-
neel.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke storming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders
6. Behandeling van de bezwaarschriften tegen het besluit van de Raad van 30 november
1976 tot bepaling van de plaats van een openbaar centrum voor woonwagens.
Raadslid Schreinemachers zegt, dat er tijdens de hoorzitting zeer weinig, om niet
te zeggen geen nieuwe aspecten naar voren zijn gekomen. Er was voor de Commissie
dan ook geen enkele aanleiding aanwezig om de Raad te adviseren, zijn besluit
opnieuw in overweging te nemen. Wellicht, zo vervolgt spreker, hebt u in de krant
de berichten omtrent het woonwagencentrum gelezen, en met name de open brief
van de familie Maasmans uit Oosterhout.
Spreker zegt te hopen, dat de voorzitter de gegadigden voor het woonwagencentrum
heel uitdrukkelijk zal laten weten, dat men hier niet gediend is van een voortijdige
afhandeling van deze zaak en van een voortijdige plaatsing van hun woonwagens
op het aan te wijzen terrein. Ook tijdens de hoorzitting is er met nadruk op ge
wezen, dat de procedure een bescherming inhoudt van beide partijen. Het zou erg
vervelend zijn, wanneer de te vestigen mensen vooruit zouden lopen op een aantal
wettelijke procedures, die normaal afgehandeld moeten worden.
De voorzitter zegt, dat hij voornemens is een en ander uitdrukkelijk onder de aandacht
van de woonwagenbewoners te brengen.
