GEMEEMTE TETERINGEN -3- Raadsvergadering d.d. 24 februari 1977 Agenda nr. 4 Voorstel tot vaststelling van de "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden" Teteringen,9 februari 1977. Aan de Raad, De wet van 6 mei 1976, Stb. 312, tot wijziging van de gemeentewet met betrekking tot de vergoeding en tegemoetkomingen aan de leden van de raad en de commissies is op 1 december 1976 in werk inn getreden. Dit heeft tot gevolg, dat uw Raad thans een verordening moet vaststellen op basis van de nieuwe bepalingen van de gemeentewet. Het doel, dat bij deze wetswijziging voor ogen heeft gestaan,is de materiële positie van het raadslid zodanig te verbeteren,dat geen financiële belarmeringen in de weg staan cm raadslid te worden of te blijven. Materiële verbeteringen nemen overigens niet weg, dat de drijfveer die aan het raadswerk ten grondslag zal moeten liggen, zal moeten blijven berusten op ideële motieven. Tegen die achtergrond is ook de nieuwe vergoedingsregeling in de gemeentewet opgenomen. Artikel 64 F van de gemeentewet bepaalt, dat de leden van de Raad, die geen wethouder zijn, een vergoeding ontvangen voor hun werkzaam heden en een tegemoetkoming in de kosten. Deze vergoeding en tegemoet koming moet op jaarbasis door de raad bij verordening worden vastgesteld. Aangezien de wet op 1 december 1976 in werking is getreden, kunnen de wethouders met ingang van die datum geen aanspraak meer maken op presentie geld voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad en van de commissies. Ter compensatie van het verlies van deze presentiegelden zijn Gedupeerde Staten voornemens, de wethouderswedde met ingang van laatstgenoemde datum met 7^% te verhogen.Artikel 64gbepaalt, dat leden van een commissie, die geen raadslid zijn, een vergoeding ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie. Deze vergoeding moet door -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 3