-14- er te zijner tijd zullen moeten verdwijnen. Daarvoor zal de raad zelf te gelegener tijd een plan moeten vaststellen. Raadslid Braat concludeert, dat er nu besloten moet worden over iets waar we zelf nog niet aan toe zijn. Of ziet hij dat verkeerd De gemeente-secretaris is van mening, dat raadslid Braat het wel goed ziet. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 10. Voorstel tot het aanwijzen van een lid van de algemene vergadering van het Hoog heemraadschap West Brabant. Raadslid Maes zegt, dat de politieke kleur van de heer Mater voor hem niet zo belangrijk is. Zijl fractie vindt het wel vreemd, dat de heer Mater zonder enige motivatie candidaat is gesteld. Men had er graag andere candidaten naast gezien, zodat de raad werkelijk een keuze had kunnen doen. Namens de fractie vraagt hij, hoe deze candidatuur tot stand is gekomen. De voorzitter zegt, dat de candidatuur tot stand is gekomen via een bespreking tus sen de colleges van Oosterhout, Gilze-Rijen en Teteringen. Het voorstel, dat thans wordt gedaan, is inhoudelijk gelijk aan het voorstel, dat zowel de raad van Oosterhout als de raad van Gilze-Rijen heeft bereikt. Men heeft gezamenlijk naar de beste man gezocht en we vinden, dat zulks de heer Mater is. Raadslid Maes vraagt, of de drie colleges nog alternatieven hadden. De voorzitter herhaalt, dat men de heer Mater de beste candidaat heeft gevonden. Raadslid Maes: Dus geen alternatief De voorzitter: Nee. Als de besluitvorming allerwege doorgang vindt zoals de voorstellen luiden, zal één inwoner uit onze gemeente lid zijn van de algemene vergadering; van de gemeente Gilze-Rijen zal geen enkele inwoner deel uitmaken van die vergadering en Oosterhout heeft zijn burgemeesterdie dan ook de belangen van Gilze-Rijen en Teteringen behartigt. Het college draagt inderdaad slechts een candidaat tot aanwijzing voor. Raadslid Schreinemachers betoogt, dat de candidatuur voor het Hoogheemraadschap een zaak is, die heel recentelijk is gaan spelen op basis van een beslissing van de Raad van Gilze-Rijen, waar ieder het zijne van kan denken. Wat hij thans wil gaan zeggen, heeft totaal niets te maken met de politieke kleur van de candidaat. De uitspraken van o.a. de Milieufederatie Brabant vindt hij veel principiëler, waar men zegt:"Het Provinciaal bestuur vindt het gewenst, dat het Hoogheemraadschap gedemocratiseerd wordt. Dan is het niet juist, om in een dergelijk lichaam te veel ambtelijke vertegenwoordigers te plaatsen" Hij zegt het gevoel te hebben, dat, als men een college gaat formeren, dat voor een groot deel bestaat uit burgemeesters en uit wethouders, overigens niets ten nadele van deze personen, het een van de vele besturen wordt, waar te gemakkelijk de zaken onder bekenden worden geregeld. Ongeacht de kwaliteiten is het democratisch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 40