tijdens de raadsvergadering mondeling ter kennis wordt gebracht.
De voorzitter zegt, dat de heer van Beek hierin gelijk heeft.
Raadslid van Beek blijft het zwak vinden, dat er beslissingen genomen moeten
worden puur op de kosten.
Men zou toch tot een redelijke afweging van kosten en opbrengsten moeten
kunnen kernen, en zulks op lange termijn.
De voorzitter antwoordt hierop, dat een beslissing voor de hand ligt, wanneer
men weet, dat de aanleg van twee kunststofbanen ongeveer 80.000,meer kost
dan de aanleg van twee gravelbanen. Bij een verschuldigde rente van 10%
bedragen de alleen aan rente verschuldigde meer-kosten 8.000,per jaar.
Het is bovendien niet zo, dat kunststofbanen geen onderhoud zouden vergen.
Dergelijke banen moeten eenmaal in de vijf jaar worden voorzien van een nieuwe
coating, en dat is beslist niet goedkoop.
Bij een volgende gelegenheid zullen alle offertes alsmede canmissoriale adviezen
mede ter inzage worden gelegd.
Raadslid Braat betoogt, dat kunststofbanen niet alleen veel duurder zijn dan
gravelbanen, maar dat ook het speelplezier bij gebruik van gravelbanen aanzienlijk
groter is.
Dit laatste mag bij de besluitvorming niet uit het oog worden verloren. Hij
vraagt tenslotte, wanneer naar de mening van het college met de werkzaamheden I
begonnen zal kunnen worden. Wordt de goedkeuring van Gedeputeerde Staten af
gewacht
De voorzitter antwoordt, dat de raad besluit en dat Gedeputeerde Staten normaliter
goedkeuring aan dat besluit zullen verlenen. Het is thans van belang te weten,
wanneer de betreffende firma zal kunnen beginnen. Maar dat is op dit moment niet
bekend. De leden van de raad krijgen van een en einder bericht.
Wethouder Gerits voegt hieraan toe, dat er in dit verband nog geen afspraken zijn
gemaakt. Het raadsbesluit, zo dit vanavond genomen wordt, behoeft de goedkeuring
van Gedeputeerde Staten.
Raadslid Braat zou zich toch kunnen voorstellen, dat men aan de leverancier had
gevraagd:"Wanneer kunt u beginnen, nadat de raad besloten heeft
Het blijkt thans, dat dit niet is gevraagd, zodat er geen inzicht is in de
termijn, waarbinnen begonnen kan worden.
Wethouder Gerits zegt, dat er van een aantal firma's offertes zijn ontvangen.
Men kan in dat stadium toch nog niet gaan vragen, hoeveel tijd elk van die
firma's nodig heeft.
Dan moet rren eerst weten, aan welke firma het werk gegund kan worden.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat het hem niet bekend is of er gevraagd is, war
neer er begonnen kan worden. Hij kan de vraag derhalve niet beantwoorden.
Hierna wordt zonder hoofdlijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.