-9-
Raadslid Schreinemachers was er van uitgegaan, dat het hier on een "zichtzending"
ging. Met de creöietaanvrage heeft hij geen problemen. In het pre-advies is
vermeld, dat na een jaar de caravans een bepaald bedrag moeten opbrengen.
Spreker zegt te verwachten dat het college niet van dat bedrag zal uitgaan.
Hij zegt te hopen dat, mede gezien de geldontwaarding, de caravans méér zullen op
brengen
De voorzitter hoopt, dat de caravans aan het einde van de rit in redelijke staat
ontruimd zullen worden. Dit nu is belangrijk voor de verkoopwaarde straks. Het
ooilege zal daarop toezien.
Raadslid Braat vraagt zich af, wat men als raadslid hier nu eigenlijk zit te doen.
Informeel is er inderdaad over deze caravans gesproken.
Maar men moet nu vanachter de collegetafel niet doen alsof daarmee alles gezegd was.
Natuurlijk kan men het eens zijn net een plan cm een oplossing te vinden voor de huis
vesting van mensen, die hun te renoveren woningen moeten verlaten. Dat de oplossing
gevonden wordt in het plaatsen van stacaravans is een zeer ordentelijke zaak.
Daar heeft spreker niets op af te dingen. Hij zegt-daar ook helemaal achter te staan.
Maar men moet niet vergeten, dat altijd nog de raad beslist en het crediet voteert.
Als we dan, in principe en informeel, spreken over vijf caravans, dan is op dat
moment niet duidelijk, of die caravans 40.000,80.000,of 100.000,
kosten. De bedragen waren niet bekend. Deze raad machtigt u om tot aankoop van
caravans over te gaan door beschikbaarstelling van een crediet. Dan kan het niet zo
zijn, dat deze caravans er al enige tijd staan vóór het crediet wordt gevoteerd.
De raad wordt daarmee lichtelijk in zijn hemd gezet en het mag dan erg formeel
klinken:"ik maak bezwaar tegen de gevolgde procedure, tenzij er een verklaring kont,
die zo plausibel is, dat ik er vrede mee kan hebben".
De voorzitter antwoordt hierop, dat hij langzamerhand bezwaar gaat maken tegen de wij
ze waarop de raad wel eens informeel vergadert.
Raadslid Braat:"Men moet ook niet te veel informeel vergaderen met deze raad"
De voorzitter zegt dat, wanneer er informeel overleg is geweest en het college daar
aan geen enkele waarde mag hechten, hij in het college zal voorstellen cm bij derge
lijke gevallen in commissoriaal verband te vergaderen.
Dan wordt de bespreking ten minste in een verslag vastgelegd en kan men niet meer
zeggen: er is niet over gesproken. Dat is de andere kant van de zaak.
Raadslid Braat zegt, dat dit niet de andere kant van de zaak is. Ook als men informeel
tot een bepaalde beslissing is gekomen, zal men toch moeten wachten tot de kosten
bekend zijn en zal men moeten wachten tot het crediet gevoteerd is.
De voorzitter merkt op, dat naar verwachting net deze aankoop niet zo'n geweldig
bedrag gemoeid was.
Raadslid Braat betoogt, dat de grootte van het bedrag volstrekt irrelevant is. Het
gaat hier om het principe. De raad behoort het crediet te voteren en het college