3. Indien binnen de bepaalde termijn de raad van de betreffende gemeente nie
voldaan heeft aan zijn verplichting uit het eerste lid, geeft- hij daarmee
te kennen dat de gemeente niet langer aan de regeling vil deelnemen en
wordt daardoor geacht te hebben besloten tot uittreding als bedoeld in ar
tikel 46, eerste lid.
Het bepaalde in artikel 46, tweede, derde on vierde lid is vervolgens van
toepassing.
Artikel 37
1De bestuursorganen van de gemeenten verlenen desgevraagd bemiddeling bij
de eigendomsverwerving, huur c.q. pacht door het schap van de grond, waar
op een woonwagencentrum zal worden ingericht.
2. In bet geval niet langs minnelijke weg eigendomsoverdracht van de grond
aan het schap wordt bereikt, wordt door de bestuursorganan van de betref™
fende gemeente overgegaan tot eigendomsverwerving via onteigening.
3. Indien de'-grond eigendom is van een gemeente en over de prijs kan geen
overeenstemming worden bereikt, dan geschiedt de verkoop tegen taxatie
waarde.
De kosten van de taxatie komen voor gelijke delen voor rekening van öe
betreffende gemeente, .en het schap,
HOOFDSTUK 1 1
De financiële bepalingen
Artikel 38
1Alle uit toepassing van deze regeling voortvloeiende kosten worden, onder
aftrek van de inkomsten, door de. gemeenten gedragen naar rato van het aan
tal inwoners per 1 januari van het jaar waarop deze kosten betrekking heb
ben.
2, Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door
het Centraal Bureau voor do Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfer
Artikel 39
Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast met betrekking tot de finan
ciële administratie, het geldelijk beheer en de boekhouding van het schap.
Artikel 40
De controle op het geldelijk beheer en de boekhouding wordt opgedragen aan
een door het algemeen bestuur aan te wijzen deskundige.
Artikel 41
1Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks vóór 1 juli een ontwerp-begroting.
De ramingen in dit ontwerp moeten behoorlijk worden toegelicht.
2. De ontwerp-begroting wordt jaarlijks vóór 15 juli, voorafgaande aan het
jaar waarop de begroting betrekking heeft, aan de raden van de gemeenten
toegezonden. De raden kunnen vóór 15 oktober hun eventuele bezwaren ter
kennis brengen van het algemeen bestuur.