Raadslid van Beek zegt het hiermee eens te zijn. Aangezien
zulks het algemene gevoelen van de Raad blijkt te zijn,
wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aange
houden tot 28 juni 1977-
Voorstel tot het wijzigen van de "Subsidieverordening van
de gemeente Teteringen".
Raadslid Maes zegt, dat zijn fractie ervan overtuigd is,
dat de balletschool in stand gehouden moet worden. Deze
school neemt een belangrijke plaats in de sociale en cul
turele vorming van. de jeugd in. Men zal de financiële
ruggesteun, zoals thans voorgesteld^ best kunnen gebruiken.
Spreker is overigens van mening, dat deze vereniging ge
adviseerd zal moeten worden te trachten meer eigen inkomsten
te verwerven dan alleen maar de contributies.
Raadslid Braat wijst erop,dat' er in Teteringen op dit gebied
een particulier initiatief opereert zonder enig subsidie.
Door de balletschool wordt een vrij hoog subsidie gevraagd.
Het college stelt voor een bijdrage te verlenen van 55% in
de huisvestingskosten. Daarmee wordt, zo zegt het college,
aansluiting gevonden bij de subsidiëring van de peuter
speelzaal. Dit zijn echter twee heel verschillende vereni
gingen en dan ook niet vergelijkbaar. Hij vraagt, waarom
deze vergelijking toch getrokken is.
De Voorzitter zegt, dat de opmerking van de heer Maes ter
bestemder plaatse zal komen. Het systeem van subsidiëring,
waarvoor het college gekozen heeft, vindt zijn oorzaak
hierin, dat voor het aanleggen van sportvelden accommodatie
wordt geschapen. Datzelfde kan ook geschieden voor die
verenigingen, die op binnenaccommodatie zijn aangewezen.
Er is dus een vergelijking getrokken tussen buiten- en
binnenaccommodaties
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
11