13
te worden bij dat overleg. Wat vindt het college hiervan?
Vervolgens heeft het Waterschap West-Brabant de gemeenten
in 1971 verzocht afschriften te mogen krijgen van bouw
en hinderwetvergunningen, voor zover het betreft vergunnin
gen, aan de uitvoering waarvan de lozing aan afvalwater op
oppervlaktewater anders dan via de gemeentelijke riolering
is verbonden. Werkt onze gemeente hieraan mee? In verband
met het vorenstaande verzoekt het Hoogheemraadschap aan
zijn controleurs inzage te verlenen van bouw- en hinderwet
vergunningen. Men wijst er hierbij op, dat het gewenst is
dat belanghebbenden er zo spoedig mogelijk van op de hoogte
worden gesteld, als er een vergunning van het Hoogheemraad
schap vereist is.
De Voorzitter zegt, dat er thans nog geen problemen bestaan
met betrekking tot het toezicht op de uitvoering van de ver
ordening, omdat immers de verordening nog niet in werking
getreden is. Feitelijke ervaring kan er derhalve niet zijn.
Raadslid Maes vraagt, of openbare werken het toezicht gaat
uitoefenen.
De Voorzitter zegt, dat naast het Hoogheemraadsdi ap ook de
dienst Bouw- en Woningtoezicht toezicht op de naleving van
de verordening zal gaan uitoefenen.
Tot op heden heeft met het Hoogheemraadschap geen overleg
plaatsgevonden inzake de bestemmingsplannen. In het verleden
vond steeds overleg plaats met de waterschappen i.e. met het
waterschap "De Hoge en Lage Vugt". Door concentratie van de
waterschappen is het Hoogheemraadschap ontstaan. In de toe
komst zal er dan ook te dezer zake overleg met dit Hoogheem
raadschap plaatsvinden.
De lozingsverordening is niet van toepassing op de huishoude
lijke lozingen, maar op bedrijfslozingen. Ontwerp-hinderwet-
vergunningen worden ter beoordeling toegezonden aan de
Inspectie voor de Volksgezondheid en aan de Arbeidsinspectie