35
Raadslid Braat vraagt of er enig verschil bestaat tussen het gestelde in
punt A en punt 4.
De voorzitter antwoordt dat alle gegadigden voor bouwgrond, die niet in
Teteringen woonachtig zijn, zullen worden afgewezen met uitzondering van hen die
economisch gebonden zijn.
Deze laatsten worden gerangschikt onder categorie B4.
Raadslid Braat zegt het met de heer Joosen eens te zijn, dat de categorieën
1 t/m 3 nauwelijks aan de orde zullen komen, zodat punt 4 uitermate belangrijk
is. Hij spreekt nogmaals zijn bezwaar uit tegen punt 4, cmdat naar zijn mening
de motieven, die daaraan ten grondslag zijn gelegd niet voldoende hard genaakt
zijn.
Raadslid van Beek zegt het plezierig te vinden, dat de grondprijs niet onder
de marktwaarde zal mogen liggen, zulks cm een dubbel voordeel voor
bepaalde categorieën te vermijden.
Hij zegt zich te kunnen voorstellen, dat er onder punt 4 gegadigden zullen
voorkomen die uit menselijk oogpunt duidelijk hardere motieven hebben dan die
genoemd in ount 3. Daarom stelt hij voor punt 3 en 4 onder een noemer te brengen
en de beoordeling van een en ander aan het college van burgemeester en wethouders
op te dragen, om te voorkomen, dat iemand door een handigheidje van de regel
gebruik weet te maken om in het bezit van een perceel grond te komen.
Dit voorstel mag de verdere procedure beslist niet ophouden, aldus raadslid van
Beek.
Raadslid Schreingtiachers meent, dat de kortstondige huurder nog steeds
funaeert als potentiële kandidaat coor de aankoop van grond, ondanks de woorden:
de woning die vanaf 1 januari 1970 onafgebroken verhuurd is. Dat kunnen echter
20 huurders zijn geweest.
De voorzitter zegt, dat uit oogpunt van volkshuisvesting de huurder zwakker
staat dan de huiseigenaar. Vandaar punt 3 in de criteria. Hij zegt er geen
problemen mee te hebben om het college van burgemeester en wethouders de bevoegd
heid te geven in geval van kennelijke onredelijkheid van het gestelde in de
criteria af te wijken.
Raadslid van Beek vindt, dat iemand, die zich niet veilig voelt in een huurwoning
zich moet laten inschrijven op de lijst van woningzoekenden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de plaatsing op de lijst van woningzoekenden
o.m. afhankelijk is van het inkomen. Niet iedere huurder kcmt derhalve voor
plaatsing op de lijst van woningzoekenden in aanmerking.
Voorts zegt hijdat hij het gestelde in punt 4 te belangrijk acht om dit zonder
meer te schrappen. De voorrang bij toewijzing voor de personen genoemd in
de categorieën 1 t/m 3 mag niet nog eens extra benadrukt worden door differentiatie
van de grondprijs.