36
Raadslid van Beek merkt op, dat hij zich thans met opname van criterium B3
kan verenigen.
Raadslid Braat zegt het met de heer Schreinemachers eens te zijn, dat het gestelde
in punt 3 de mogelijkheid tot aankoop van grond door een kortstondige huurder
nog openlaat.
De voorzitter antwoordt, dat dit gevaar door de extra beoordelingsmogelijkheid van
het college ondervangen wordt.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van de inrichting
van het gemeentehuis
Raadslid Braat vraagt naar de motieven waarcm er geen officiële kredietaanvraag is
gedaan. Is het college niet van mening, dat de raad hierdoor wordt gedwongen
regressief op te treden en dat hierdoor zijn kontrolerende functie ernstig wordt
beknot.
Raadslid Joosen zegt het niet korrekt te vinden, dat het college voor deze materie
6 a 8 weken de tijd heeft genomen, terwijl de raad een en ander in 1 dag moet
bestuderen.
Er zijn bij hem verscheidene bedenkingen gerezen. Wanneer hij het niet zwart op
wit kan stellen, durft hij niemand aan te vallen, zo vervolgt spreker.
Hij vraagt zich toch af waarom er offertes zijn gedaan, nu eens aan het gemeente
bestuur, dan weer aan de heer Pijnenburg, en dan weer aan het architectenbureau
van der Velden. Het bevreemdt hem slechts één post voor inruil van het overtollige
materiaal te hebben gezien.
Hij zegt er zich over te verwonderen, dat er in het bouwkrediet een post is op
genomen van 14.875,voor vitrages en zonwering, terwijl hij een uitgave is
tegengekomen van 54.280,
De voorzitter merkt op, dat het bedrag van 54.280,niet alleen bestond is voor
vitrages en zonwering, maar ook voor de gehele vloerbedekking.
Raadslid Joosen beaamt dit. De vloerbedekking had wellicht uit harde tegels
moeten bestaan in plaats van uit het materiaal, dat thans gebruikt is.
Hij meent hieruit te kunnen lezen, dat het architectenbureau nog nooit zelf
vloerbedekking heeft behoeven te betalen.
Anders zou er wel een andere post in de begroting opgenomen zijn geweest. Het
architectenbureau had een dergelijke raming beter niet in het bouwkrediet kunnen
opnemen. Hij zegt zich te kunnen voorstellen dat er gezegd zal worden, dat er in
het bedrag van 54.280,de aanschaffing van vitrages en overgordijnen is op
genomen, maar als dat niet zo geweest zou zijn, had men een en ander natuurlijk op
een andere post tegengekomen.
Misschien was dan de meubelman er wel mee gaan strijken.