38
Hetzelfde speelt bij de aanschaf van het meubilair. Het college was van mening,
dat de inrichting niet afhankelijk mocht zijn van het beschikbare krediet.
Het is beter, dat een leverancier niet op de hoogte is van de beschikbare
geldmiddelen. Daarom wordt het krediet eerst thans formeel gevraagd.
Het is niet juist te stellen, dat de raad een soort parlement zou zijn.
De raad heeft niet een kontrolerende maar een beleidsvormende functie.
Het is inderdaad zo, dat de beschikbare tijd voor bestudering niet erg ruim
was. Datzelfde geldt overigens ook voor het college en de secretarie.
In de verhouding tussen principaal en architekt kan de architekt namens zijn
principaal optreden, alhoewel de principaal de uiteindelijke beslissing neemt.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat offertes aan een afdelingshoofd van een bepaald
bedrijf worden aangeboden.
Dat is ook hier het geval geweest. Natuurlijk is het beter, dat rechtstreeks
aan het gemeentebestuur wordt geoffreerd, maar voor het uitbrengen van een offerte
is alleen degene die offreert verantwoordelijk.
Het overtollige meubilair is aan het personeel verkocht, overigens tegen niet al
te hoge prijsen. Het bedrag van 14.875,is een minderpost. Dit bedrag was
in het bouwkrediet opgenomen voor het leggen van een tegelvloer in de gangen en de
hal. Dit is niet uitgevoerd.
De kosten voor het leggen van ondervloeren en vloerbedekking en het aanbrengen
van zonwering bedragen 54.280,De netto-post bedraagt derhalve 54.280,
- 14.875,— 39.405,—
Het architectenbureau, waarin het college het volle vertrouwen heeft, heeft ten
aanzien van de inrichting wel advies gegeven, maar is bepaald niet de vormgever
ervan.
Het is gevaarlijk, aldus de voorzitter, cm zo maar te spreken over smeer- of
tipgeld. Ook voor de plaatselijke middenstand is, zo meent hij, het ontvangen van
smeergeld onaanvaardbaar. Zoveel vertrouwen heeft hij dan wel in die plaatselijke
middenstand. En dit heeft allemaal heel weinig te maken met dagjes-uit naar
Rotterdam.
In zijn antwoord aan raadslid Anssems zegt de voorzitter, dat hij inmiddels
heeft uiteengezet, waarom het college niet eerder met een krediet-aanvrage is
gekomen. Ook voor de inrichting van het gebouw, dat thans gerestaureerd wordt,
is het erg moeilijk om nu reeds te bepalen, hoeveel er aan de inrichting besteed
kan worden. Als men dat nu vastlegt, komt men straks tekort.
Als men voor zichzelf een eerlijke beoordeling kan maken, zullen er straks
weinig problemen behoeven te zijn.
Hierna stelt de voorzitter de tweede termijn van behandeling aan de orde.
Raadslid Braat meent, dat het een onvervreemdbaar recht is van de raad om
kredieten te voteren en dat het een onvervreemdbaar recht is van de raad om een
zekeiëmate van kontrole uit te oefenen op het gevoerde beleid van het college