42
afhangt van hetgeen er nodig is. Het nog gangbare materiaal wordt zeker gebruikt.
Tevens is hierbij van belang het advies van de inspecteur van het lager onderwijs.
Raadslid Joosen vraagt of de voorliggende kredietaanvrage niet het gevaar inhoudt,
dat het beschikbare bedrag in ieder geval wordt gebruikt.
De voorzitter antwoordt, dat de raad nu geen krediet beschikbaar stelt.
De raad verleent slechts medewerking.
Na overleg met het schoolbestuur inzake het aan te schaffen materiaal zal de raad
het krediet door middel van een begrotingswijziging beschikbaar moeten stellen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stertming besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Behandeling van het verzoek van de Stichting Katholiek Onderwijs Teteringen tot het
verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
ten behoeve van de Helder Camaraschool
Raadslid Braat zegt in het pre-advies weinig terug te vinden van het beraad, zoals
dat in de vorige raadsvergadering is gevoerd.
Op basis van verschillende argumenten is betoogd, dat het erg belangrijk is voor
de Helder Camaraschool een handenarbeidlokaal ter beschikking te hebben.
Het college meent daar afwijzend tegenover te moeten staan. Daarcm stelt hij voor
het voorstel van het college in stemming te brengen.
Raadslid Joosen zegt het hiermee eens te zijn.
Raadslid Anssems stelt namens zijn fractie voor om die middelen beschikbaar te stellen
die nodig zijn om een geschikte lokaliteit te huren teneinde het vak handenarbeid
te kunnen onderrichten.
Raadslid Schreinemachers zegt nog steeds met het voorstel van burgemeester en wet
houders te kunnen meegaan. Het is hen niet duidelijk, dat men grote investeringen
moet doen, omdat men bemalde materialen bij het geven van handenarbeidlessen niet
kan gebruiken en men het nadeel heeft, dat men af en toe materialen zal moeten
opruimen in de klaslokalen. Gezien de aflopende zaak vindt hij het reëel om dit
onderdeel van de schoolopvoeding tijdelijk op een lager pitje te zetten cm daarmee
een belangrijke besparing te plegen.
Hij ziet trouwens helemaal niet, hoe men enerzijds een grote investering kan gaan
doen voor het vak handvaardigheid en anderzijds de even legitieme vraag naar bijv.
een volledige subsidiëring van het muziekonderwijs slechts gedeeltelijk honoreert.
"Neen" zeggen tegen het voorstel van het college is niet reëel mede in verband met
de duidelijke standpuntbeoaling van de raad inzake de subsidiëring van het muziek
onderwijs.
Wethouder Oomen betoogt, dat het vak "handenarbeid" een niet verplicht vak is.
Aan het verzoek cm medewerking kan dan ook niet tegemoet gekomen worden.
De normale eisen, aan het geven van onderwijs te stellen, zouden bij honorering
