15
hervatten, dan zal het college alle moeite doen om oen andere oplossing to
vinden en met name dan via de Muziekschool Breda. Het verloop van de nadelige
saldi over de jaren 1972 t/m 1976 is dermate grillig en onverklaarbaar, dat
zulks eigenlijk niet verwacht mag worden van een bestuur, dat een behoorlijk
financieel beleid voert. Het college heeft daar dan ook ernstig kritiek op.
De groei en de opbouw van de Muziekschool spelen daarbij uiteraard wel een rol
alsmede ook de leiding. Het ene mement hebben de muzikale en kunstzinnige
aspecten meer de aandacht, in een volgend stadium wellicht meer de organisatorische
en financiële aspecten.
De organisatorische kant krijgt de laatste tijd duidelijk meer aandacht. Alles
wegend is het college tot de overtuiging gekomen, dat het thans voorliggende voor
stel alleszins redelijk is.
Raadslid Bremer-Bosch vraagt of het juist is, dat er eerst in 1976 voor het eerst
cm subsidieverhoging is gevraagd.
De voorzitter zegt, dat dit inderdaad juist is.
Raadslid Brater-Bosch zegt, dat men niet achteraf tot 1972 toe tot verhoging moet
overgaan. Zij verklaart zich tegen het voorstel.
Raadslid van Beek dringt er op aan, dat er naar een alternatieve oplossing zal
worden gezocht.
De voorzitter zegt, dat zulks reeds is toegezegd.
Raadslid Schreinemachers zegt, dat indexering heel redelijk kan klinken. Dat neemt
echter niet weg, dat er tekorten gedekt gaan worden, die niet door de gemeente
gemaakt zijn. Er is recentelijk contact geweest met de directeur van de Muziek
school. Wat is daarvan nu het resultaat geweest De zaak is geblokkeerd door het
college, dat niet weet, wat het doet. Dat is hem telefonisch zo gezegd. Het hele
beleid van het college deugt, naar de opvatting van de Muziekschool, niet. T\'il
de Muziekschool, onafhankelijk van de besluitvorming van hedenavond, de zaak nu
deblokkeren of niet
Wethouder Ocmen merkt op, dat de Muziekschool de raad verzocht heeft zich over
deze aangelegenheid te beraden. Indien er zich geen ontwikkelingen voordoen, zo
gaat de brief verder, waaraan voldoende vertrouwen ontleend kan worden ook voor
de kamende jaren, dan zal het onderwijs beëindigd worden.
Raadslid Schreinemachers merkt op, dat hij hiermee geen antwoord gekregen heeft op
zijn vraag. Wordt er nu gedSblokkeerd of niet Een van zijn kinderen moet al in
Oosterhout muziekonderwijs gaan volgen.
Wethouder Oomer. zegt, dat het hier gaat an slechts enige bijzondere gevallen,
van tijdelijke aard.
De voorzitter zegt, dat er besloten moet worden over het voorstel. Dit heeft
betrekking on het verleden. Er moet een scheiding gemaakt worden tussen wat ge
weest is en wat er nu verder gaat gebeuren. Er moet besloten worden onafhankelijk
van het drei^e^ent tot beëindiging van het onderwijs.