20
Enige coördinatie is dan ook nodig. Daarnaast draagt conform de gemeentewet de
secretaris een soecifieke verantwoordelijkheid ten opzichte van de gemeenteraad.
Wanneer nu informatie, niet gedelegeerd, buiten verantwoordelijkheid van de-
secretaris cm wordt verstrekt, dan wordt het moeilijk cm de gemeente-secretaris
daar verantwoordelijk voor te stellen. Bovendien zou die verantwoordelijkheid dan
terugslaan op de ambtenaren. Het is dan ook ter bescherming van die ambtenaren
en van een juist functioneren van de gemeente-secretaris ten opzichte van de raad,
dat het college gemeend heeft tot regulering te moeten besluiten. In de praktijk
zal deze regeling anders kunnen werken dan de strikt formele interpretatie, Is
de heer Joosen die geeft, zou doen veronderstellen. Het college vraagt dan ook aan
deze regeling medewerking te willen verlenen.
Geen beknotting van mogelijkheden, noch voor raadsleden, noch voor niet-raadsleden.
Er is niets geheim, tenzij geheimhouding uitdrukkelijk is bepaald.
Raadslid Joosen zegt, dat de maatregel is getroffen cm de secretaris te beschermen.
De voorzitter merkt op, dat het niet is cm de secretaris, maar cm de ambtenaren
ter secretarie te beschermen.
Raadslid Joosen vraagt, of het college dan zijn ambtenaren niet vertrouwt. Of is
de secretaris nu pas secretaris van de raad geworden of is dat al enkele honderden
jaren het geval
De voorzitter heeft altijd gezegd, dat hij het plezierig vond dat raadsleden zich
in de materie verdiepten en dat hij wat tegenspel kreeg, maar nu moet hij consta
teren, dat hij bijvoorbeeld 's woensdagsmiddags geen informatie meer kan krijgen,
ontlat hot college dan in vergadering bijeen is. Hij was practisch elke woensdag
middag op het gemeentehuis aanwezig, maakte hier en daar een babbeltje en dan was
hij goed geïnformeerd. Hoe moet dat dan nu
De voorzitter zegt, dat voor een practische oplossing van dit individuele probleem
best een oplossing gevonden zal kunnen worden. Het betreft hier overigens ee
algemene en geen individuele regeling. Vervolgens vraagt hij, of de heer Joosen
akkoord kan gaan net schriftelijke beantwoording van zijn vragen inzake de renovatie
van de woningwetwoningen.
Raadslid Joosen zegt, dat de woningverbetering nu al drie maanden duurt, dat er
al drie maanden bouwvergaderingen zijn, dat de architect f 98.000,toucheert,
dat de architect drie weken na de bouwvakvakantie eindelijk bereid is cm op het
werk te verschijnen. Als hij burgemeester of wethouder was geweest, was hij de
architect persoonlijk gaan halen. Hij vindt het treurig, dat op zijn vragen niet
onmiddellijk antwoord wordt gegeven.
De voorzitter zegt, dat raadslid Joosen concrete antwoorden wenst op concrete
vragen. Hij wil best een globaal antwoord nu reeds geven, doch dan krijgt hij het
verwijt, dat het antwoord zo globaal is. Daarcm wordt aan schriftelijke beant
woording thans de voorkeur gegeven. Gaat de heer Joosen hiermee akkoord
Raadslid Joosen zegt, dat hij wel niet anders zal kunnen.