Agendanr. 8
Aan de raad van de gemeente Teteringen.
Teteringen, 21 september 1977.
Mevrouw, Mijne Heren,
Kort na mijn benoeming tot burgemeester van deze gemeente heeft ons
gezin begin januari 1973 de door uw bestuur beschikbaar gestelde
ambtswoning aan de Kerkstraat betrokken.
Het comfort dat de v.oning biedt, noch de staat van onderhoud geeft
aanleiding tot klachten. Desalniettemin zijn mijn echtgenote en ik
steeds meer tot de overtuiging gekomen dat aan het bewonen van een
ambtswoning een aantal bezwaren zijn verbonden. Met name kan hier genoemd
worden het ontbreken van zekerheid van huisvesting voor dè toekomst.
Sedert juni 1971 is voor de burgeneester de verplichting tot het
bewonen van een ambtswoning vervallen. De verplichting ex artikel 81
van de gemeentewet, waarin is bepaald, dat de burgemeester binnen de
geireente woont is uiteraard nog steeds van kracht.
Nu binnen de gemeente de mogelijkheden daartoe bestaan verzoek ik u
cm medewerking een eigen woning te verwerven door mij een mij passend
bouwperceel in het bestemmingsplan de Gouwen Oost ter beschikking te
stellen.
Hoogachtend,
I r Y A i: KI
1 I k.' c. i O i M_ 'hj
2.o 7-