De termijn van vijf jaar als gesteld in artikel 18 vindt spreker een nogal grote
inbreuk op privacy. Men wordt hierdoor gedwongen de op te richten woning gedurende
vijf jaar zelf te bewonen. Het college kan weliswaar van deze verplichting vrij
stelling verlenen, maar het principe gaat hem toch te ver. Hij zou willen voor
stellen deze termijn te bekorten.
De voorzitter vraagt hierop, of raadslid Braat wel een termijn gesteld wil zien.
Raadslid Braat zegt, dat hij liever helemaal geen termijn gesteld zag.
Raadslid Joosen zegt, dat het hem duidelijk is, dat artikel 16 is opgenomen om
te voorkomen, dat het onderhoud van tuinen verwaarloosd zou worden. Die vrees be
hoeft echter niet te bestaan omdat artikel 298 en 299 van de bouwverordening het
mogelijk maken dat terzake wordt opgetreden. Het aanleggen en onderhouden van een
moestuin geeft de eigenaar niet alleen voldoening, maar ook ontspanning. Een en
ander is van niet te onderschatten waarde. Een goed onderhouden moestuin is heel
wat fraaier dan een verwaarloosde bloementuin. Het college zou eens een kijkje
moeten nemen op het terrein achter de Boerenbond. Daar liggen een aantal volks
tuintjes en dat ziet er perfect uit. Hij vindt opname van dit artikel een
rigoureuze aantasting van het eigendomsrecht.
Raadslid Schreinemachers meent zich te herinneren, dat bij de vaststelling van de
criteria voor de verkoop van bouwgrond in "Gouwen-Oost" er uitdrukkelijk over
gesproken is om in de algemene verkoopvoorwaarden een bepaling op te nemen, waarmee
speculatie zo goed mogelijk tegengegaan zou kunnen worden. Daarom stelt, zo meent
hij, het college deze termijn voor. Het artikel is slechts gericht tegen speculanten.
De overheid heeft z.i. de plicht, de speculatie in onroerend goed zo goed mogelijk
in te dammen. De koper van een perceel grond moet tot een dergelijke transactie
slechts overgaan om ter plaatse te gaan wonen en niet om er op een andere manier beter
van te worden. Hij is van mening, dat er inderdaad een vijfjarige termijn gehanteerd
moet worden.
De voorzitter zegt, dat het college van mening is, dat een termijn van vijf maanden
als genoemd in artikel 3, lid a, sub 3, voldoende moet worden geacht.
Normaliter brengt de Welstandscommissie binnen een redelijke termijn advies uit,
behoudens in het geval, dat er een ontwerp ter beoordeling wordt voorgelegd, dat
de hand van een niet terzake deskundige verraadt.
Als er overigens van vertraging, te wijten aan enig overheidsorgaan, sprake zou zijn,
dan moet de termijn van vijf maanden met souplesse gehanteerd worden. Ten aanzien
van artikel 16 merkt de voorzitter op, dat er slechts sprake is van vóór- en zijtuinen.
Raadslid Joosen heeft gesproken over volkstuinen achter de Boerenbond. Vóór- en
zijtuinen hebben een ander karakter dan achtertuinen. Het gaat inderdaad om een be
perking van het eigendomsrecht. Men moet hierbij echter niet vergeten, dat een
dergelijk artikel eigenlijk een soort "noodremartikel" is. Er zal pas gebruik
van gemaakt behoeven te worden, wanneer een en ander tot duidelijke klachten aan
leiding geeft. Het gaat hier om een privaatrechtelijke regeling. De betreffende
