De voorzitter antwoordt de heer Braat, dat het gaat cm enige tientallen gegadig
den. Het exacte aantal is hem niet bekend.
Raadslid Braat zegt, dat dit hem inderdaad verbaast. Kan hij een opgave van het
juiste aantal tegemoetzien
De voorzitter zegt de heer Braat deze opgave toe.
Raadslid Braat blijft van mening dat het, ofschoon hij de problematiek die
thans is ontstaan, goed begrijpt tegenover de gegadigden niet correct
is om de criteria thans nog aan te passen.
Raadslid Schreinemachers zegt het aantal principieel niet van belang te vinden.
Het gaat hem op de principiële stellingname
Raadslid van Beek zegt, dat het college uitdrukkelijk van de raad de opdracht
heeft gekregen de criteria naar redelijkheid te hanteren. Uiteraard blijft het
moeilijk te bepalen, waar de grenzen van die redelijkheid liggen. Het aantal
gegadigden, waar het hier om gaat, vindt ook hij niet zo belangrijk.
De voorzitter zegt, dat de periode, gedurende welke men in de gemeente woon
achtig is, in het college wel aan de orde is geweest. Men kwam daarbij tot de
conclusie, dat het in diepste wezen een onrechtvaardige zaak is. Gezien echter
het feit, dat nu in deze schaarstesituatie een ander motief naar boven is gekomen,
komt het college van zijn aanvankelijke standpunt terug. Ook de raad was van
oordeel, dat de criteria niet machinaal moesten worden toegepast.
Het college vindt, dat oneigenlijke motieven niet behoren te leiden tot het ver
werven van een perceel grond. Het college meent overigens ook, dat het de raad is
die hierover uiteindelijk dient te beslissen. Vandaar dit voorstel.
Raadslid Braat stelt voor dit agendapunt aan te houden tot de juiste aantallen
bekend zijn.
De voorzitter ontraadt dit voorstel omdat immers bij aanvaarding daarvan de
procedure vertraagd wordt.
Het voorstel Braat blijkt genoegzaam ondersteund te worden en wordt in stemming
gebracht.
Het voorstel Braat wordt vervolgens verworpen met vijf tegen drie stermen. Vóór
het voorstel stemden de leden Braat, Bremer-Bosch en Joosen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt vervolgens aanvaard met vijf
tegen drie stenmen.
Tegen het voorstel stemden de leden Braat, Bremer-Bosch en Joosen.
Voorstel tot het beschikbaarstellen van een crediet voor het bouwrijp maken
van het bestemmingsplan "Gouwen-Oost".
Raadslid Braat zegt, dat hij in een der vorige raadsvergaderingen heeft gezegd,
dat er ook ter plaatse ondernemingen zijn, die deze soort objecten zouden kunnen
aannemen. Hij vraagt cm dergelijke bedrijven de kans tot inschrijving te geven.
Raadslid Joosen zegt, dat in het verleden steeds een bepaalde aannemer voor
dergelijke werken werd uitgenodigd. Bleef hij onder de begroting, dat werd het