gepleit voor een ruimer dienstverband in 1978 en daarnaast voor een volledige
taakvervulling tot en met 31 december a.s. Raadslid Joosen vond het evaluatie
verslag niet overtuigend. Ook hij stond echter in principe positief tegenover het aan
stellen van een beroepskracht. Raadslid van Beek is eveneens voor een full-time
dienstverband. Hij vraagt om instelling van een ccnmissie.
Raadslid Schreinemachers is eveneens positief in zijn oordeel, ofschoon hij wel
vindt, dat een professionelere benadering vereist is. Spreker heeft de meeste
moeite met het standpunt om voor drie maanden de beroepskracht full-time te
subsidiëren, in die tussentijd tot 31 december een onderzoek te plegen en aan de
hand daarvan te bezien, wat er voor 1978 moet gebeuren. Die tijd is erg kort.
Er zou nog een corttnissie moeten worden samengesteld en die heeft, te rekenen vanaf
vandaag, nog maar 2\ maand de tijd. Wanneer het onderzoek negatief zou uitvallen,
zijn we ons doel voorbijgeschoten.
Het is dan ook voorzichtiger om op halftime basis te beginnen. Deze figuur is ook
door de J.A.R. zelf bepleit.
Met de instelling van een corttnissie kan hij zich wel akkoord verklaren.
De voorzitter betoogt, dat er twee zaken aan de orde zijn. Moet er in 1978 en volgen
de jaren een opbouwwerker in dienst zijn, ofschoon die niet van rijkswege wordt
gesubsidieerd Moet in de periode tot 31 december a.s. voortzetting van het werk
plaatsvinden Terecht merkt de heer Braat op, dat er tot 31 december voor een full
time kracht gesubsidieerd moet worden als de raad besluit, dat er in 1978 een full
time opbouwwerker in de gemeente werkzaam moet zijn. Raadslid van Beek stelt een
nadere studie voor en in afwachting van het resultaat daarvan een volledige
subsidiering tot 1978. Een aantal raadsleden daarentegen is voorstander van besluit
vorming nu.
Raadslid van Beek betoogt in tweede termijn, dat er geen motieven aanwezig zijn om
de opbouwwerker tot 1978 op half-time basis te subsidiëren. Met betrekking tot het
stellen van prioriteiten zou de door hem gevraagde commissie zinvol werk kunnen
doen.
De voorzitter constateert, dat de raad van gevoelen is, dat tot 31 december
subsidiëring op full-time basis behoort plaats te vinden. Daarnaast is de fractie
van de heer van Beek van mening, dat voor de periode na 1977 een nadere studie
vereist is. De heer van Beek stelt dus eigenlijk voor dit gedeelte van het voorstel
aan te houden.
Raadslid van Beek zegt, dat het zijn bedoeling is de opbouwwerker in full-time
dienstverband te subsidiëren. Daarnaast wil hij graag een studieconmissie.
De voorzitter betoogt, dat er ten principale een uitspraak van de raad gevraagd
wordt inzake het al dan niet subsidiëren van dit soort werk. Bij een positieve
reactie houdt zulks in, dat met de financiële consequenties daarvan bij de begroting
1978 enz. rekening gehouden zal worden. Daarnaast dient feitelijk besloten te worden
inzake de periode 16 oktober t/m 31 december a.s.