21 8. Behandeling van de brief d.d. 21 september 1977 van de heer A.M.J.C. Aarts te Teteringen houdende verzcek om beschikbaarstelling van een perceel bouw grond in het bestemmingsplan "Gouwen-Oost" Raadslid Braat noemt het een delicate kwestie. Het is zijn fractie niet helemaal duidelijk, waarom deze brief als agendapunt in deze vergadering is opgenomen. De toewijzingscriteria zijn na uitvoerige discussies door de raad vastgesteld. De toewijzingsbevoegdheid ligt nu in handen van het college. Die bevoegdheid moet daar blijven. Het college mag zijn verantwoordelijkheid niet op de raad afwentelen. Als er dan toch bouwstenen moeten worden aangedragen, die tot een betere standpuntbepaling moeten leiden, zou hij het volgende willen opmerken. De heer Aarts heeft dezelfde rechten als iedere andere inwoner. Zijn functie als burgemeester plaatst hem echter in een moeilijke en kwetsbare positie, speciaal daar, waar het gaat om zijn privë-belangen tegenover die van andere inwoners. Deze functie, kwetsbaar en moeilijk, is in deze kwestie van vitaal belang, omdat het er niet om gaat of de heer Aarts gebruik kan en mag maken van de mogelijkheden, die hem door middel van op democratische wijze tot stand gekomen besluiten worden geboden, maar veel meer, of hij door zo'n manier van handelen vanuit een zeer eigensoortige positie niet onnodig andere inwoners dupeert. Men had zich kunnen voorstellen, dat morele overwegingen, mede ingegeven door het gewicht van zijn ambt, hem hadden bewogen niet om medewerking te verzoeken voor het verkrijgen van een bouwperceel. Naar de opvatting van zijn fractie zijn de materiele, nadelige gevolgen voor de gemeente, die een eventuele toewijzing met zich mee kunnen brengen, daaraan ondergeschikt ofschoon niet onbelangrijk. Omdat het niet mogelijk is de nadelige effecten precies te meten, wil zijn fractie niet speculeren over de grootte daarvan. Duidelijk is wel, dat het ongemeen moeilijk is de heer Aarts te blijven zien als een aanvrager, waarop de criteria zonder meer van toepassing zijn. Raadslid Joosen is er niet zonder meer van overtuigd, dat de overgrote meerder heid van de raad er weinig moeite mee zal hebben dit voorstel van het college te aanvaarden. Persoonlijk is hij blij met dit voorstel. Aan de motivering ligt deze gedachten- gang ten grondslag: de gebondenheid aan onze gemeente. Velen waren bij de aan vaarding van het ambt door de huidige burgemeester van mening, dat Teteringen als een springplank moest dienen voor een ambtelijke loopbaan. Spreker proeft uit de brief, dat de heer Aarts voornemens is zich blijvend in Teteringen te vestigen en zeker niet Teteringen in de naaste toekomst te verlaten. Met hem zullen ongetwijfeld velen blij zijn met dit besluit. Hij zou het op prijs stellen, wanneer de zinsnede:" ter beschikking stellen" gewijzigd zou worden in "te koop aan te bieden". De voorzitter zegt, dat het de vraag van de heer Aarts is om een perceel grond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 94