-2-
Het beroep.
Artikel 2.
De bejaarde kan tegen een in artikel 13 van het besluit bedoeld
advies van de commissie, dat niet tot zijn opneming in een
bejaardenoord strekt, binnen dertig dagen na de verzending of
uitreiking hiervan schriftelijk in beroep komen bij Burgemeester-
en Wethouders.
Het beroepschrift.
Artikel 3.
1) Het beroepschrift dient de redenen van het beroep te vermelden
en'door de bejaarde te worden ondertekend.
2) Door de maatschappelijk werker wordt desgevraagd aan betrokkene
hulp verleend bij het op schrift stellen van het beroep.
Indien het beroepschrift niet wordt ondertekend dan wordt de
reden daarvan vermeld.
3) Indien ook de echtgenoot van de bejaarde het beroep wenst
dan wordt hij door mede-ondertekening van het beroepschrift
geacht eveneens het beroep te hebben ingesteld.
De ontvangst van het beroepschrift.
Artikel 4
1) Burgemeester en wethouders delen binnen een week na ontvangst
van het beroepschrift aan de indiener mede de datum waarop het
is ontvangen.
2) Indien het beroepschrift niet binnen de in artikel 2 genoemde
termijn is ontvangen verklaren Burgemeester en Wethouders de
indiener in zijn beroep niet ontvankelijk.
3) Wanneer het beroepschrift na verloop van de daarvoor gestelde
termijn is ontvangen blijft niet-ontvankelijkverklaring op
grond van het bepaalde in het tweede lid achterwege, indien de
indiener naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders op
genoegzame wijze aantoont, dat hij zo spoedig als dit redelijker
wijs verlangd kan worden in beroep is gekomen.
Het doorzenden van het beroepschrift.
Artikel 5.
Burgemeester en Wethouders stellen binnen een week na de ontvangst
van een beroepschrift de commissie hiervan in kennis door middel
van het toezenden van een afschrift daarvan.