11
Hij, spreker, heeft immers nooit betoogd, dat hij de opbouwwerker zo'n goede kracht
vindt. Laat de redactie helemaal niets schrijven of laat ze het juiste schrijven.
De voorzitter betoogt, dat het college "Allerlei" niets laat schrijven. De
redactie van "Allerlei" is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad en niemand
anders
Raadslid Joosen zegt, dat, met uitzondering van hen, die geabonneerd zijn op de
raadsstukken, alle andere inwoners verkeerde voorlichting hebben gekregen.
De voorzitter betoogt, dat de redactie van "Allerlei" verzocht zou kunnen worden
alsnog enige correctie aan te brengen.
Raadslid Braat begrijpt, dat de redactie van "Allerlei" niet ter discussie is.
Toch moet ook hij zeggen, dat de verslaggeving van de laatste raadsvergaderingen
ronduit slecht te noemen is. De teneur van wat er gezegd is, moet duidelijk blijven.
Het kan natuurlijk geen woordelijk verslag zijn. Maar zaken worden zo zeer uit hun
verband getrokken, dat de berichtgeving tendentieus begint te lijken. Dat gaat hij
een kwalijke zaak vinden.
De voorzitter vindt een kwalificatie als "tendentieus" veel te ver gaan. Indien het
zó begrepen wordt, zou de redactie van "Allerlei" eens uitgenodigd kunnen worden
voor een gesprek met de leden van de raad.
In het algemeen is de verslaggeving in "Allerlei" behoorlijk duidelijk. Daarover
kunnen toch niet al te veel problemen bestaan.
Raadslid Braat zegt van mening te zijn, dat in de verslaggeving de teneur weergegeven
moet worden. Het moet hem niet kwalijk genomen worden, wanneer hij het woord
"tendentieus" bezigt. Wanneer men in "Allerlei" leest, wat er gezegd is en als men dat
vergelijkt met wat er werkelijk gezegd is, dat moet men constateren, dat er van het
laatste niets is overgebleven.
De voorzitter is van mening, dat het goed is on inzake de verslaglegging eens een
gesprek te hebben met de redactie van "Allerlei". Spreker blijft overigens van mening,
dat de verslaggeving in het algemeen goed is.
Raadslid Braat meent te mogen aannemen, dat de voorzitter het verslag van de laatste
raadsvergadering toch niet goed zal willen noemen.
De voorzitter zegt het verslag van die vergadering zeer uitgebreid te hebben gevonden.
Een gedeelte van die vergadering heeft hij niet meegemaakt. Hij heeft de notulen
er nog eens op nagelezen. Men heeft voor de kwestie van de grondaankoop door hem
geschreven, dat de raad zich ermee akkoord verklaarde.
Raadslid Braat zegt ten aanzien van dit punt, een delicate zaak toch, dat hij hetgeen
hij zou gaan zeggen schriftelijk had vastgelegd. Men heeft nu de eerste zin van zijn
betoog gencmen en de rest gewoon weggelaten. Daar tekent hij bezwaar tegen aan.
Als men eerst het verslag in "De Stem" gelezen heeft en daarna "Allerlei" moet men
toch zeggen: Nu begrijp ik het niet meer Notuleren is erg moeilijk, dat weet spreker
best. Maar een verslag moet toch een beetje lijken op datgene, dat er zich heeft
afgespeeld.
De voorzitter releveert hetgeen er in de notulen is vastgelegd inzake het door hem