19
slechts sprake van overleg dan wel aanzetten tot beleid in de vorm van studie
en verkenning.
De beantwoording van de door het dagelijks bestuur gestelde vragen zouden wij
willen plaatsen teqen de achterqrond van een aantal algenene kanttekeningen bij de
nota "Het Stadsgewest op koers"
a. In grote lijnen kan onzerzijds worden ingestemd met de opzet en de inhoud van
een meerjarenolan zoals dit thans voorligt in de nota "Het Stadsgewest op
koers" met het daarop betrekking hebbende vervolgvoorstel. Vele daarin opge
somde taken die een visie proberen te geven op het in de nabije toekomst te
voeren beleid zullen irnners in gewestelijk verband moeten worden aanqepakt
naast of in plaats van uitsluitend gemeentelijk.
De snelle ontwikkelingen op bestuurlijk niveau zullen echter een jaarlijkse
evaluatie en daaruit voortvloeiend eej) mogelijke jaarlijkse bijstelling van
het thans gepresenteerde meerjarenplan vereisen. Een qeschikt moment daartoe vormt
ons inziens de behandeling van de begroting van het Stadsgewest.
b. Uitbouw van het gewest van onderaf is geboden teneinde gaandeweg een verdere
motivatie van de deelnemende gemeenten te bereiken. Dit is een moeizaam proces
van groei vanuit een binnen-gemeentelijk denken naar een gewestelijk denken,
doch groei van onderaf is beter dan dwangmatig opgelegd beleid.
c. In onze "Nota inzake het concept-ontoerp van Ket reorganisatie binnenlands
bestuur" d.d. 23 oktober 1975 onderschreven wij onder meer het door de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage ingenomen standpunt inzake hergroepe
ring van de provincies. De ontwikkelingen sindsdien nauwlettend gevolgd hebbend,
zijn wij tot de conclusie gekcmen, dat het behoud van de provincies in hun
tegenwoordige omvang wenselijk zo niet noodzakelijk is op practische zowel als
op historische gronden. Te nemen besluiten tot een verdere uitbouw van het
gewest mogen ons inziens dan ook niet leiden tot de vorming van een mini-provincie.
Zulks houdt in, dat het gewest moet blijven stoelen op de gemeenten.
Gewestbestuur is verlengd lokaal bestuur. Het is daarom, dat er een mentale
bestuurlijke verbinding moet zijn tussen gemeenten en gewest. Zulks is slechts
bereikbaar als de gewestraadsleden worden aangewezen door de gemeenteraden.
De wij ze van verkiezing van de gewestraadsleden zou wellicht nader aan een onder
zoek onderworpen kunnen worden.
d. Er moet rekening gehouden worden met het hoge qoed van het behoud der autonomie
van de deelnemende gemeenten. Ook al zijn er taken en deeltaken aan te wijzen,
die wellicht doeltreffender in gewestelijk verband kunnen worden behartigd,
er moet niet te abrupt worden voorbijgegaan aan de schaal waarop de belangen
behartiging van zuiver gemeentelijke taken thans plaats vindt. Een al te snelle
uitbouw van taken van het gewest kan de positie van de gemeente als locale
gemeenschap aantasten en zou ertoe kunnen bijdragen dat de beeldvorming ten aan
zien van de lokale overheid bij de geniddelde burger in het gebied van het Stads-