25 sociale dienstverleninc - ook voor immateriële zaken - vorderen een relatie, die op vertrouwen gestoeld moet zijn. Dit uitgangspunt verdraagt zich niet of althans zeer moeilijk, zeker in de kleinere gemeenten, met een werkwijze waarbij de sociaal ambtenaar ook naar buiten moet treden als opspoorder van misbruik. Na een door ons college op 8 oktober 1975 ten principale genoten besluit om gezamenlijk na te gaan, hoe binnen de Kring Breda aan het instituut voor bijzonder onderzoek gestalte zou moeten worden gegeven, is door een werkgroep bestaande uit ambtenaren van een aantal tot de Kring behorende gemeenten een adviesrapport uitgebracht. Het adviesrapport van deze werkgroep d.d. april 1977 is via het "Contact Wethouders van Sociale Zaken in het Rayon Breda" aangeboden aan de gemeentebesturen. Het advies is voor u ter inzage gelegd. Wij kunnen ons met het principe van de inschakeling van bii zonder-onderzoek-ambt'aren en de wijze waarop zij zullen gaan functioneren volledig verenigen. Uit het adviesrapport blijkt duidelijk, dat het niet zal gaan cm een eigenstandige sociale recherche. Het in te stellen instituut zal door koppeling aan de ganeentelijke Sociale Dienst van de ganeente Breda onder controle staan. Daarbij zal een begeleidingscaimissie voor dit instituut worden samengesteld uit het Wethouderscontact, met eventuele toevoeging van twee ambtenaren. In de brief van 6 juni 1977 van de voorzitter van het Contact Wethouders van Sociale Zaken in het Rayon Breda, waarbij genoemd adviesrapport van de ambtelijke werkgroep werd aangeboden, is in bijlage II een becijfering opgenomen van de kosten, verbonden aan de aanstelling van vooralsnog twee onderzoek-ambtenaren Het aandeel in de kosten voor Teteringen is voor 1978 berekend op 2.032,50. In de gemeentebegroting 1978, die thans bij ons college in voorbereiding is, zullen wij daartoe een post opnemen. Deze kosten zijn, voorzover het onderzoeken betreft ingevolge de Wet werkloosheids voorziening, voor 100% declarabel bij het Ministerie van Sociale Zaken. Wij vertrouwen erop, dat uw Raad zich met de opzet van een regionaal instituut voor bijzonder onderzoek met betrekking tot het misbruik van sociale zekerheidswetgeving kan verenigen. Indien uw raad hiertoe besluit, zal een ontwerp-overeerikanst tussen de burgemees van Breda en de burgeneester van Teteringen worden ondertekend, opdat het regionaal instituut op 1 januari 1978 van start zal kunnen gaan. Burgemeester en wethouders van Teteringen, Aarts burgemeester. Martens secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 26