De heer Heimei vraagt of het te verklaren is, waarom het drie tot vier jaar moet duren, vooraleer de gemeenterekeningen worden afgesloten. De burgemeester betoogt, dat de raadscommissie heeft geconstateerd, dat de bedrijfsrekeningen en de gemeenterekening 1975 inmiddels gereed zijn. Datzelfde geldt ook voor de bedrijfsrekeningen 1976. De gemeenterekening 1976 komt uiterlijk in februari gereed. Het duurt erg lang voordat de externe accountant verslag heeft uitgebracht, soms meer dan een jaar. En er kan geen voorlopige vaststelling plaats vinden zonder accountantsrapport. De heer Heimei vraagt voorts, of men dan niet van accountant moet veranderen. De burgemeester zegt dat het accountantsbureau een bureau van de gemeenten zelf is. Het Verificatiebureau is gespecialiseerd in de gemeentelijke boekhouding. Dit specialisme is van erg groot belang. De heer Heimei concludeert, dat de raadsleden er dus vrede mee moeten hebben, dat er altijd zo'n drie a vier jaar tussen zit. Het valt niet te verwonderen, dat er bij de raadsleden niet zo'n grote interesse bestaat voor deze materie als men over zo'n grote periode moet terugblikken. De burgemeester zegt, dat het tot de fundamentele taak van de raad behoort om het college in deze te controleren. De raad stelt de begroting vast; burgemeester en wethouders voeren die begroting uit. De raad dient er zich van te vergewissen, of deze uitvoering correct heeft plaatsgevonden. De heer Heimei constateert, dat er, gehoord de klacht van de heer Joosen, bij de raad weinig interesse bestaat om een en ander te bestuderen. Er waren op de commissievergadering immers slechts drie leden aanwezig. Raadslid Schreinemachers merkt op, dat dit best het gevolg van een samenloop van omstandigheden kan geweest zijn. Daarbij heeft de raad de overgelegde stukken wel in zijn geheel bekeken. De heer Heimei; Ook begrepen? Raadslid Schreinemachers zegt hierop, dat hij op deze vraag niet namens de andere raadsleden kan antwoorden. De burgemeester voegt hieraan toe, dat de raadsleden namens de kiezers geroepen zijn om de zaken te begrijpen. De heer Heimei: Dat is dan de hoop daarop. De burgemeester bestrijdt dit. In het systeem, waarin wordt gewerkt, wordt er van uitgegaan, dat een raadslid er zich niet op kan beroepen, dat hij de materie niet heeft begrepen. Als men zich als raadslid laat kiezen, heeft men het maar te begrijpen. De heer Heimei stelt zich daar niets van voor. De burgemeester zegt hierop, dat dit een uitspraak is, waar hij geen vrede mee heeft. Dit gaat erg ver. De heer Heimei betoogt, dat er weinig belangstelling verwacht kan worden, wanneer men bij de voorlopige vaststelling van een gemeenterekening moet terugkoppelen naar een begroting van enige jaren eerder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 54