Raadslid Joosen is het daarmee niet eens.
De voorzitter merkt op, dat het woord "gratis" is gebruikt. De
bandopname laat hierover geen twijfel bestaan. De bedoeling van
raadslid Joosen is overigens wel duidelijk.
Hierna worden de notulen van zowel de vergadering van 10 november 1977
als van de vergadering van 29 november 1977 vastgesteld overeenkomstig
de ter inzage gelegde ontwerpen.
Ingekomen stukken:
I. van Gedeputeerde Staten:
a. goedkeuring van de 38e en 44e wijziging van de begroting 1977
van de algemene dienst;
b. goedkeuring van de 2e wijziging van de begroting 19 77 van het
gemeentelijk woningbedrijf;
c. goedkeuring van de 3e wijziging van de begroting 19 77 van het
gemeentelijk woningbedrijf.
d. instemming met het raadsbesluit van 16 augustus 1977 tot 11e
wijziging van de bezoldigingsverordening 1970;
e. instemming met het raadsbesluit van 16 augustus 1977 tot wijziging
van de bezoldigingsverordening ambtenaren van de burgerlijke stand;
f. goedkeuring van het raadsbesluit van 10 november 1977 tot het
aankopen van een perceel grond met opstallen;
g. brief inzake wijziging "Regeling autovergoeding burgemeesters
voor plaatselijk vervoer"
II. Diversen.
a. "Geknipt voor het raadslid", nrs. 2 0 en 21;
b. brief van de heer P. Paalvast, Berkenlaar 8, d.d. 10 november
1977, waarbij deze zijn bezwaarschrift tegen een (aanvankelijke)
weigering van een bouwvergunning intrekt.
c. brief d.d. 8 december 1977 van de Stichting Open Jeugdcentrum
"De Bezemkring"
Raadslid Anssems zegt, dat zijn fractie met verwondering kennis
heeft genomen van de brief van "De Bezemkring". Hij vraagt, of het
college wellicht om een oordeel over het functioneren van de opbouw
werker heeft gevraagd. Zijn fractie is overigens van mening, dat het
op zijn minst een vorm van ongebruikelijk bestuur is om zonder mede
weten van de voorzitter en nog twee bestuursleden een oordeel over
het functioneren van de eigen voorzitter te moeten geven aan de raad.
Raadslid Schreinemachers zegt zich eveneens over deze brief te hebben
verbaasd. Het lijkt er op, dat men bedoelde functionaris een schop
achterna wil geven.