hoop uit, dat de verkiezingsstrijd zal plaatsvinden in respect voor elkaar.
Wat mij betreft zult u in uw verwachtingen niet teleurgesteld worden, doch ik
kan u wel verzekeren dat de "strijd" hard zal zijn en op trefzekerheid gebaseerd
zal worden opgezet.
Het stemt tot voldoening, dat de financiële polsstok aanmerkelijk langer is dan
in het begrotingsjaar 1977. Een redelijk goed gevulde huishoudportemonnee maakt
het besturen van een huishouding heel wat makkelijker. Dit gegeven gaat ook op voor
het dagelijks besturen van de gemeentelijke huishouding waarmee uw college is belast.
Bij raadsbesluit van 26 oktober 1976 werden de voorlopige tarieven vastgesteld
die zouden gelden bij de invoering van de onroerend-goedbelasting, resp. per
3.000,waarde 3.05 voor de gebruikers en 6.85 voor zakelijk gerechtigden
tevens gebruikers. Bij de vaststelling van deze tarieven stond de gedachte voorop
dat de opbrengst van de onroerend-goedbelasting ongeveer gelijk zou blijven aan de
wegvallende gemeentebelastingen.
Een meer-opbrengst van ƒ134.000, komt in eerste instantie wat vreemd over,
gezien de doelstelling bij de tariefsvaststelling. Het is een bruto-meeropbrengst
waarvan dient te worden afgetrokken:
de kosten van invoering van de onroerend-goedbelasting 19.400,
de inningskosten - 32.600,
totaal 52.000,
De netto-meeropbrengst is derhalve 82.000,
Deze meeropbrengst heeft niet tot gevolg dat de belastingdruk wordt verhoogd
m.a.w. de tarieven zullen niet worden verhoogd, alhoewel dit wettelijk wel is
toegestaan tot een vastgesteld maximum. Enkele gemeenten in Nederland zijn in
verband net begrotingstekorten er toe moeten overgaan de tarieven te verhogen om
de begroting sluitend te maken. We kunnen als gemeente Teteringen alleen maar blij
zijn die mogelijkheid niet te moeten hanteren. De gedachte, een belastingreserve
te bezitten van maar liefst 368.000,is inderdaad een vertrouwen-wekkend
gevoel.
Met uw uiteenzetting betreffende een wijziging van de overeenkomst terzake van de
levering van gas riet de gemeente Breda inhoudende het invoeren van een winst- en
verliesdeling heb ik wat meer moeite. Wanneer de Raad daartoe besluit - en
vanzelfsprekend zal hij daartoe besluiten - zal de gemeente Teteringen reeds in 1978
en zeker gedurende de eerste jaren daarna, jaarlijks naar schatting 100.000,
kunnen toucheren, met als gevolg dat de post "onvoorzien" zal kunnen worden verhoogd
tot 193.000,—.
Bij het lezen van deze plezierige mededeling rezen bij mij enkele vragen n.l. deze:
Waarom is in 1967 door de gemeente Breda niet gewezen op de mogelijkheid van een
wijziging in het contract zoals met de gemeente Rijsbergen is geschied? De gemeente
Rijsbergen heeft derhalve al 10 jaar van deze mogelijkheid geprofiteerd.
Is de genreente niet voldoende alert geweest? Hoe is het in zijn werk gegaan dat
deze leemte alsnog kon worden opgevuld? Contractueel is navordering vanzelfsprekend
niet haalbaar, maar langs de weg van onderhandeling is betaling met terugwerkende
