verkeersstructuur is bijna onverteerbaar te noeinen. Een mogelijkheid om vooruit
lopende op dit rapport nu reeds enige informatie te verstrekken heb ik reeds aan
gegeven om via plankaarten in het informatiecentrum de burgers enige idee te geven
van de toekomstige structuur.
Ondanks herhaalde druk van onze grootste fractie "Dorpsgemeenschap" en ondanks de
uitlating van onze wethouder van openbare werken die open Cadettenput levensgevaarlijk
te vinden, ligt diezelfde stinkput in al zijn glorie te liggen aan het begin van ons
kostelijk bosbezit en natuurterreinen, waarvan de duurzame instandhouding uw college
zo na aan het hart ligt. Een lichtpuntje is mogelijk misschien de voorgenomen in
vestering voor riolering van de Valkenstraat. Hopelijk betekent dit ook het einde
van de "Cadettenput".
Een enkele opmerking betreffende de Bibliotheekwet. Blijkens recente persberichten
kan uitvoering geven aan de bepalingen van deze Wet de gemeente in moeilijkheden
brengen, wat betreft het in dienst stellen van een openbare bibliotheek. De bouw
en inrichtingskosten zijn declarabel bij het Ministerie van C.R.M. maar de "pot"
waaruit de personeelskosten moeten worden betaald is vrijwel op. Enkele gemeenten in
Nederland zijn hierdoor reeds gedupeerd. Zij beschikken -geheel volgens de richtlijnen
van de Bibliotheekwet- over accommodatie en boekenbezit, doch in gebruik stellen van
de bibliotheek moet achterwege blijven omdat wegens een personeelsstop de bibliotheek
niet bemand kan worden. Het lijkt me wenselijk dat uw college ook dit aspect in uw
onderzoek naar de prioriteit van het bibliotheekwerk betrekt.De sportadviescommissie
werd op 18 februari 1975 door onze burgemeester geïnstalleerd, waarna onder voor
zitterschap van de wethouder van openbare werken, die sportzaken onder zijn portefeuille
heeft, haar taak begint. In 1975 worden 5 vergaderingen belegd; eveneens 5 vergaderingen
in 1976. Een redelijk aantal. In 1977 begint de malaise. Vorig jaar kwam de commissie
slechts tweemaal bij elkaar om advies uit te brengen over een tweetal punten.
In de vergadering van 15 februari 1977 worden de tarieven voor de tennisbanen besproken
en in'de vergadering van 6 juni 1977 over de problemen rond de gemeentelijke sportakkom-
undaties en het gebruik daarvan.Namens de sportadviescommissie wil ik hierbij uitdrukking
geven aan mijn gevoel van onbehagen over de teruglopende frequentie van het aantal
vergaderingen. Het gevoel dat het functioneren van de sportadviescommissie -bewust of
onbewust- wordt uitgehold is reeds eerder naar voren gebracht. Steeds meer ervaart
de commissie, dat vele dingen op sportgebied -grote en kleine problemen- buiten de
commissie om besproken en behandeld worden. Dat wekt irritaties zodanig zelfs dat niet
langer van een optimaal functioneren gesproken kan worden. Aan wie de schuld?
Ik geef toe dat aan beide zijden fouten zijn gemaakt. De grootste beleidsfouten moeten
echter worden toegeschreven aan de voorzitter van de commissie als zodanig die qua
functie van wethouder van openbare werken waaronder sportzaken ressorteert, het beste
is geïnformeerd. Het is naar onze mening zijn taak gerezen problemen, geuite verlangens,
kortom alle dingen die het totale sportgebeuren betreffen ter kennis brengen van de
conmissie. Het is geen schande te erkennen dat men op een deel van zijn werkterrein
niet deskundig is. Het is triest dan te moeten ervaren dat hij nalaat gebruik te
maken van wel deskundigen op dit gebied zoals die aanwezig zijn in de sportadvies-