Terecht maakte de heer van Beek een opmerking over de vervallende belastingdruk.
Dat moet inderdaad zijn: de totale vervallende belastingdruk. De taxatiekosten en de
kosten van invoering van de onroerend-goedbelastingen zijn meerjarige kosten. Deze
kosten zijn dan ook over vijf jaar verdeeld. De bewoners van de Bergsepad, de Stid-
straat en de Blauwhoefsedreef gaan naast de Waterschapslasten ook onroerend-goed-
belasting betalen. Die situatie geldt echter voor alle burgers. Ook zij betalen immers
waterschapslasten, en ook zij betalen daardoor mee aan het onderhoud en het beheer
van genoemde polderwegen. De definitieve vaststelling van het tarief voor de onroerend-
goedbelasting dient te geschieden vóór 1 juli 1978. Het totaal-bedrag der taxaties
is momenteel nog niet bekend. Het gasleveringscontract dateert van 1936. Het had een
tijdsduur van 30 jaar en expireerde derhalve in 1966. Het werd geacht verlengd te
worden telkens met vijf jaar, indien tussentijds geen opzegging door een van de partijen
plaatsvond. Het contract had in 1963 opgezegd kunnen worden. Dat is toen echter niet
gebeurd. Waarom van de zijde van Breda destijds niet gesteld is, dat men voornemens
was een gewijzigd contract aan te gaan met de gemeente Rijsbergen, kan spreker niet
mededelen. Deze vraag zou beter aan het gemeentebestuur van Breda gesteld kunnen worden.
Met de heer Schreinemachers is de voorzitter het in dien zin wel eens, dat men zich zou
kunnen afvragen, of de handelwijze van de gemeente Breda in deze wel in overeenstemming
is met wat men onder goed gebruik van besturen onderling zou dienen te verstaan. Het is
duidelijk, dat de hier bedoelde meeropbrengsten in de kas van de gemeente Breda terecht
zijn gekomen. Er ligt thans een suggestie of er in verband met de verlies- en winst
deling geen reservering zal moeten plaatsvinden. Een en ander zal bespraken worden in
de onderhandelingen, die er met de gemeente Breda gevoerd gaan worden. Hiertoe is
bereids een ambtelijke commissie ingesteld. Er mag verwacht worden, dat deze zaak in
het eerste halfjaar tot een afranding zal kunnen komen. Het college zal voortgaan met
het experimenteren met informatiegesprekkendiscussieavonden enz. Een te grote mate
van openbaarheid echter kan negatief werken. In de landelijke politiek bijv. wordt
het mislukken onlangs van een informatieopdracht geweten aan een te grote openbaarheid.
Er moet dan ook wel enige voorzichtigheid betracht worden. Een te vroege openbaarheid
kan leiden tot verwachtingen, die wellicht nooit werkelijkheid zullen worden. Wat het
college in zijn voorstellen formuleert, zijn die alternatieven, waarvan het meent dat
het de beste zijn. Van die goede alternatieven wordt het beste gekozen. Het is maar de
vraag of het zo zinvol is, ook slechtere alternatieven aan een keuze te onderwerpen.
Het is de eenstemmige mening van het college, dat de ambtenaren voldoende ruimte hebben
om van hun meningen en visies te doen blijken. Er behoeft beslist niet meer gelegenheid
te worden gebodenDe sociale woningbouw is reeds geruime tijd geblokkeerd. Het aantal
woningzoekenden is daardoor gestaag toegenomen. Niet allen zullen, zodra er gebouwd
gaat worden, in het eerste jaar aan woonruimte geholpen kunnen worden. De fasering in het
bestemmingsplan "Het Kerkeind" gaat van start op het moment, dat het plan rechtskracht
heeft verkregen, d.w.z. rond mei 1977. Er is enige maanden geleden een gesprek geweest
net de bouwondernemer, die eigenaar is van een aantal hectaren grond. Een ontwerp-
onteigeningsplan is onlangs ter visie gelegd, hetgeen gebeurd is om de grondverwerving