Wethouder Oomen antwoordt dat het kan gebeuren dat iemand op een bepaald
moment ingeschreven wordt en dat zijn financiële positie later sterk ver-
verbetert.
Raadslid Joosen zegt, dat de voorzitter juist gesteld heeft dat, wanneer
men niet ingeschreven kan worden voor een woningwetwoning, men ook geen
grond kan kopen. Het is dan ook niet te begrijpen dat aan deze mensen
toch grond wordt toegewezen.
Wethouder Oomen antwoordt dat de lijst van woningzoekenden is aangehouden.
Raadslid Joosen zegt dat niet te bedoelen. Het gaat om datgene, wat de
voorzitter in augustus 1977 heeft gezegd n.l. dat de mensen met een zeer
hoog inkomen niet voor deze percelen in aanmerking kwamen.
Wethouder Oomen zegt dat deze niet in aanmerking kwamen om op de lijst van
woningzoekenden geplaatst te worden, maar de voorzitter heeft zeker niet
bedoeld te zeggen dat zij niet voor een perceel in aanmerking zouden komen.
Hij stelt tenslotte voor hierover tijdens de rondvraag een vraag aan de
voorzitter te stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
Wethouder Oomen schorst de vergadering en deze wordt door de voorzitter
heropend
Voorstel tot het vaststellen van grondprijzen voor stroken grond in
bestemmingsplan "Gouwen Oost"
De voorzitter deelt mede dat er vandaag een drietal brieven zijn binnen
gekomen waarin een aantal zaken betreffende dit onderwerp worden aangedragen.
Omdat er nauwelijks tijd is geweest om van deze brieven kennis te nemen
stelt spreker voor dit agendapunt tot de volgende vergadering aan te houden.
Raadslid Braat zegt daar nogal moeite mee te hebben en vraagt wat de concrete
reden is om dit punt nu niet te behandelen. Hebben deze brieven dan zoveel
bijgedragen aan een andere meningsvorming dan die hier nu geventileerd zou
kunnen worden?
De voorzitter zegt dat niet beweerd te hebben, maar slechts dat er vandaag
een drietal brieven zijn binnengekomen; dat hij nauwelijks de kans heeft
gehad om daar kennis van te nemen en dus niet weet wat er in staat en of
er iets zinnigs in staat wat voor de besluitvorming van belang zou kunnen
zijn. Daarom stelt hij uitstel van behandeling voor en dat voorstel is nu
ter discussie.
Raadslid Braat zegt
dat sommige belanghebbenden naar voren brengen dat ze op een heel laat
tijdstip kennis hebben kunnen nemen van bepaalde voorstellen van B. en W.
en dat ligt dus op hetzelfde vlak. Hij zegt voorts de indruk te hebben
dat er op de publieke tribune een aantal mensen zijn die willen weten
wat de standpuntbepaling van de raad over dit punt is en het lijkt hem
dan ook geen halszaak om dit punt toch te behandelen. Hij weet echter
niet, hoe de meerderheid van de raad daarover denkt.
De voorzitter zegt dat het voorstel duidelijk is: dit agendapunt wordt
nu aangehouden om het college gelegenheid te geven de pas heden ontvangen
brieven te bestuderen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het
voorstel van burgemeester en wethouders tot de volgende vergadering aan
te houden.