GEMEENTE TETERINGEN Raadsvergadering d.d. 28 februari 1978 Agendanr9 Voorstel inzake een verzoek om voorziening in verband met een geweigerde bouwvergunning Raadsvergadering d.d. 28 februari 1978. Agendanr. 8 februari 1978. 4, alhier, werd raagd voor het Voorstel tot een standpuntbepaling inzake kernrandgebied alsmede inzake een verzoek van de heer A. haas, dierenarts, om medewerking aan de vestiging van erceel kadastraal een dierenkliniek. het Hoeveneind. Aan de Raad, moet een bouw- n deze niet is gde vergunning in overeenstemming t in een gebied Bij brief van 29 september 1976 heeft het Provinciaal Bestuur van Noord-Brabant aan ons toegezonden een exemplaar van de "Nota inrichting bestemmingsplan Buitengebied" Deze nota, die voor de leden van uw raad bij de stukken ter inzage ligt, behandelt naast een aantal andere onderwerpen het begrip agrarisch kernrandgebied. In deze nota wordt hierover het volgende gezegd: "Het agrarisch kernrandgebied betreft in beginsel een gebied waarin agrarische belangen een soms meer, soms minder overwegende rol spelen. In dit gebied is vrijwel steeds het agrarisch grondgebruik van belang. Vanwege zijn ligging in de directe nabijheid van stad of dorp is dit gebied van belang als een overgangszone tussen de bebouwing en het open buitengebied (bufferfunctie) Het kernrandgebied zal in het algemeen een logisch begrensde zone van 250 a 300 meter rond de kern vormen. Nieuwe vestiging van agrarische bedrijven is gezien de aard van dit gebied niet gewenst. In het gebied kan wel plaats zijn voor bepaalde soorten van agrarische bedrijvigheid en voor bedrijven, die aan de agrarische d.it plan <3.0 sector verwant zijn. Te denken is hierbij aan de vestiging van agrarisch-technische sluitend het hulpbedrijven, van dierenklinieken en aan de vestiging van kwekerijen en sier- teeltbedrijven. 3 f iS toegestaan. Onder agrarisch-technische hulpbedri jven zijn te verstaan loondorsbedri jven en stemmingsplan dergelijke." Gezien de functie van Teteringen, als groene buffer tussen de stedelijke gebieden van Breda en Oosterhout, dient de bescherming van het buitengebied een hoge prioriteit te hebben. Dit standpunt is voor uw raad uitgangspunt geweest bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 1974" en heeft er o.a. toe geleid dat de vestiging zelfs van agrariërs in het buitengebied verder is ingeperkt. De consequentie hiervan is, dat bebouwing van het buitengebied, verdergaand dan strikt noodzakelijk, moet worden tegengegaan. Aanwijzing van een kernrandgebied heeft onherroepelijk tot gevolg, dat mogelijk heden tot bebouwing gaan ontstaan in het aan de kom grenzend buitengebied. Door precedent-werking zal daarmee een steeds verdergaande aantasting van het buitengebied tot stand komen. Wij zijn het dan ook met het standpunt van de meerderheid van de commissie stemmingsplan n gebieden met burgerwoningen L 1974" door ng gebracht de omschrijving Het bouwen van woningen buiten deze bebouwingsvlakken is geheel uitgesloten, tenzij een strikt functioneel verband met de uitoefening van een agrarische bedrijfsvorm aanwezig is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 30