namens zijn fractie de gelukkigen te willen feliciteren. Hij wil graag
weten wat de formaliteiten zijn waaraan de andere 5 kandidaten nog niet
hebben voldaan en of er misschien personen bij zijn die zich na toewijzing
hebben teruggetrokken.
Raadslid Joosen zegt
dat uit de lijst van kopers valt op te maken, dat hij met zijn opmerking
destijds inzake de vaststelling van de grondprijzen gelijk heeft gekregen.
Er blijken inderdaad maar weinig mensen te zijn, die, een woningwetwoning
bewonend of ingeschreven op de lijst van Woningzoekenden, zich in dit
bestemmingsplan een woning kunnen verwerven, gezien de forse prijs.
De verdeling van de percelen zal wel in goede handen geweest zijn.
In de vergadering van 16 augustus 1977 heeft de voorzitter o.m. gezegd:
"Bovendien worden niet op de lijst geplaatst zij, die in verband met hun
inkomen niet voor toewijzing van een woningwetwoning in aanmerking komen".
Deze opmerking strookt niet met de lijst van kandidaat-kopers, zoals
die thans is overgelegd.
Raadslid Anssems vraagt ook hoe het staat met de resterende 5 percelen
en hoe lang dat nog gaat duren.
Wethouder Oomen antwoordt
raadslid Braat, dat als er naar de prijzen per m2 gekeken wordt, vastgesteld
kan worden dat de lagere prijs in deze categorie niet voorkomt. Het zijn
juist de goedkopere percelen, die thans nog ontbreken.
Een van de belangrijkste redenen daarvoor is het terugtrekken van de oor
spronkelijke aanvragers, tengevolge waarvan andere gegadigdenmoesten worden
aangewezen en dat vergt uiteraard enige tijd. Tot raadslid Joosen zegt hij
dat in de toewijzing één bewoner uit een woningwetwoning voorkomt, 3 per
sonen van de lijst van woningzoekenden en 1 huurder. De overige kopers
komen uit de groepen 4 en 5. Tot raadslid Anssems zegt hij, dat het college
hoopt dat in februari de resterende percelen verkocht zullen kunnen worden.
Raadslid Braat zegt niet te begrijpen dat het na terugtrekking van potentiële
kandidaten zo lang moet duren vooraleer andere gegadigden zijn aangewezen.
Wethouder Oomen antwoordt,
dat dit gedeeltelijk komt omdat men niet gelijktijdig terugtrekt, zodat er
dus steeds telkens naar één volgende kandidaat gezocht moet worden en dat
een van de redenen voor terugtrekking kam zijn, dat men zich financieel
verkeken heeft.
Raadslid Braat vraagt of er enig inzicht is op welke termijn de resterende
percelen kunnen worden verkocht.
Wethouder Oomen antwoordt dat er naar gestreefd wordt in de raadsvergadering
van februari daartoe een voorstel te doen.
Raadslid Braat zegt in de rondvraag toch nog iets over dit punt te gaan
vragen. Hij vindt het niet correct het aan dit punt te koppelen, omdat
hier uitsluitend over verkoop van grond gesproken wordt.
Raadslid Joosen zegt dat hem de opmerking van de voorzitter gemaakt in de
raadsvergadering van 16 augustus 1977 nog steeds niet duidelijk is.
