G E M E E N T E
TETERINGEN
De Raad der gemeente Teteringen;
gezien het verzoekschrift d.d. 9 november 1977 van mevrouw P.H.C.J." Luijkx-
van Hooijdonk, Hoeveneind 14, Teteringen, om voorziening tegen het besluit
van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 1977 tot weigering van de
door haar gevraagde vergunning voor het bouwen van een woning op het zuidelijk
gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Teteringen, sectie A nr.
809, gelegen aan het Hoeveneind;
overwegende dat het verzoekschrift tijdig is ingediend en reclamante derhalve
in haar bezwaar kan worden ontvangen;
dat haar bezwaar zich richt tegen de door burgemeester en wethouders genomen
beslissing tot weigering van de bouwvergunning, omdat naar de mening van
reclamante ingevolge artikel 50 lid 2 van de Woningwet de beslissing had moeten
worden aangehouden;
dat ingevolge artikel 50 lid 2, de beslissing op het verzoek om bouwvergunning
moet worden aangehouden, indien er geen grond is om de vergunning te weigeren;
dat er evenwel grond is om de vergunning te weigeren omdat het bouwplan waar
voor vergunning wordt gevraagd, in strijd is met de bestemmingsvoorschriften,
behorende bij het bestemmingsplan "Landelijk Gebied 1966" aangezien ter plaatse
uitsluitend het bouwen van een woning ten behoeve van een agrarisch bedrijf is
toegestaan en reclamante geen agrarisch bedrijf in de zin van dit bestemmingsplai
uitoefent;
dat derhalve niet tot aanhouding van de beslissing op haar verzoek om bouw
vergunning kan worden besloten;
dat de bouwvergunning mitsdien terecht is geweigerd;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 februari j.l.;
gelet op het bepaalde bij artikel 50, lid 2 van de Woningwet;
-2-
-